Nadine wil op eigen houtje Dodo redden

Na bijna tachtig jaar is het doek over meubelproducent Dodo gevallen. Het Franse moederbedrijf liet de zaak failliet gaan, waardoor 27 mensen op straat staan.

Opmerkelijk genoeg zou het grootste slachtoffer van de sluiting ook meteen de redding kunnen betekenen. Nadine Fourdin van het stikatelier Dilbeek moet nog meer dan 150.000 euro van Dodo. Om haar bedrijf te redden, ziet ze maar één uitweg: ‘het bedrijf overnemen.’

 Het bedrijf Dodo werd in 1938 opgericht door de welstellende familie Van Der Brempt. De onderneming specialiseerde zich in het produceren van meubelen. Alles werd in eigen huis gedaan: van het zagen van hout tot het stofferen van de zetels. In de gloriejaren werkten er ongeveer 200 mensen. Allen uit de streek rond Dilbeek.

Rond het jaar 2000 besloot de familie het bedrijf te verkopen aan een Franse onderneming Home spirit. De doodsteek blijkt nu, want sinds de overname werd er nog nauwelijks geïnvesteerd.

‘We werden aan ons lot overgelaten’, zegt Kurt Erkelbout die 30 jaar in dienst was. ‘Vooral de laatste maanden was het pas schrijnend. Wat hier allemaal gebeurde, houd je niet voor mogelijk. Er werd nooit meer gekuist, het wc-papier werd niet meer vervangen en het regende binnen. Klagen deden we niet, want we waren blij dat we werk hadden.’

Slechts een keer per maand kwam er iemand langs vanuit Frankrijk. ‘De nieuwe eigenaar – de familie Dufourt – keek niet echt meer om naar Dodo. Zij hadden blijkbaar al werk genoeg met hun andere vestiging in Saint-Étienne. Het faillissement daar heeft onrechtstreeks grote gevolgen gehad voor ons.’

‘Er moet namelijk een belangrijke kanttekening worden gemaakt. Dodo zelf was al die tijd rendabel. Ons logboek puilde letterlijk uit van het werk. Vraag was er meer dan voldoende, maar er was een gebrek aan grondstoffen. Door het slecht nieuws uit Saint-Étienne weigerden onze leveranciers nog materiaal te leveren zonder dat ze hun geld zagen. De rest is jammer genoeg geschiedenis’

Ook Sandra Gijssels, die er 24 jaar werkte, is er het hart van in. ‘We waren een grote familie’, zegt ze. ‘Ik ben bang voor de toekomst. Nieuw werk vinden zal geen makkelijke opdracht worden. Hopelijk wordt alles hier eerst deftig afgehandeld, want we hebben nog een paar maand loon tegoed.’

Al lijken positieve vooruitzichten wel heel veraf. ‘Het Franse moederbedrijf liet ons enkel nog een figuurlijke doos na’, klinkt het. ‘Alles werd via sluwe constructies overgeheveld naar andere ondernemingen. Zelfs het gebouw is geen eigendom meer van het moederbedrijf.’

Voor onderaannemer Nadine Fourdin van het stikatelier Dilbeek zou de sluiting op korte termijn wel een groot drama kunnen betekenen.

‘Dodo was mijn grootste klant’, vertelt ze aangedaan. ‘Sinds december ben ik niet meer betaald. Het moederbedrijf is mij nog meer dan 150.000 euro verschuldigd. Geld dat ik waarschijnlijk nooit meer terugzie.’

Intussen moet Nadine wel haar BTW op de torenhoge facturen blijven betalen.

‘Men houdt daar helemaal geen rekening mee. De situatie is gewoon onhoudbaar. Er is maar een mogelijke uitweg: een overname van het bedrijf. Ik overleg dinsdag met de curator of ik Dodo kan overnemen. Dat is de enige manier om op korte termijn toch nog aan werk te raken. Ik ben ook bereid om een aantal ontslagen werknemers in dienst te nemen.’