Pol Van Den Eynde, schepen van Openbare Werken, is de nieuwe voorzitter van de Kring van Oud-soldaten van Merchtem. Op 11 november mocht hij zijn leden toespreken om een lang vergeten oorlogsverhaal te vertellen. Het is een verhaal dat hij zijn moeder (die vrij jong gestorven is) tientallen keren hoorde vertellen.
Pol woonde met zijn ouders in een cafeetje op Koekelberg (nu de Sint-Jansstraat). In het café werd voor grof geld ‘anker en zon’ gespeeld. Het was nog oorlogstijd. Toen hij nog een peutertje was (geboren in 1942) werd het café overvallen door een groep gemaskerde mannen. Volgens zijn moeder zaten er zowel mannen van de zwarte als van de witte brigade (collaborateurs en weerstanders) in.
Als er ‘anker en zon’ werd gepeeld, was de voordeur op slot. Maar de achterdeur bleef open omdat af en toe iemand naar het toilet moest. Dat gebeurde ook die keer. Een aanwezige (mogelijk iemand die mee in het complot zat) moest naar buiten. Een aantal gemaskerde en gewapende mannen kwamen langs de achterdeur naar binnen en beroofden alle klanten van hun geld en hun waardevolle voorwerpen. Bij één klant werd 17.000 frank buitgemaakt. De gemaskerden spraken Duits maar iedereen kon horen dat het niet hun moedertaal was.
De totale buit moet enorm geweest zijn. Iedere aanwezige moest zijn zakken leeg schudden. De moeder van Pol moest van grote schrik naar het toilet. Een gemaskerde man verplichtte haar boven ‘op de pispot’ te gaan. Toen zijn masker afviel loste hij een schot. De kogel drong in de commodekast.
“Ik heb tot mijn 21 jaar op die kamer geslapen en zie nog altijd dat gat in de schuif van die kast,” zegt Pol. Alles, maar dan ook alles, werd opgeladen: kleine meubelen, huisraad, alles wat ze konden vinden. “Ze hebben zelfs de melk die voor mij bestemd was, uitgedronken. Alles werd in een vrachtwagen geladen. Maar boven in een kast lag nog 50.000 frank, verborgen in een bolhoed. Die hebben ze niet gevonden”.
“Alle aanwezigen werden in de kelder opgesloten en hun fietsen op de camion geladen. Maar enkele weken later zag ons moeder sommige van die mannen weer met die fiets rijden. Die zaten waarschijnlijk mee in het complot. De man die zijn masker verloor werd door ons moeder herkend als een man uit Heverlee”.
“Maar op een dag kwam Jef Roosemont (de veldwachter) met die man en bedreigde ons, mijn zus en ik waren maar een paar jaar oud, met de ‘menotten’ (handboeien) als we niet ophielden die man te beschuldigen. Mijn moeder heeft daarna altijd met haar gezondheid gesukkeld. Ze werd zenuwziek en is op 50-jarige leeftijd gestorven. Jaren later, toen de beerput werd leeg gemaakt, werden nog portefeuilles gevonden die door de daders waarschijnlijk in het toilet gesmeten waren.”