Stijn Coninx (56) heeft een nieuwe film uit: Marina, naar het leven van onze Italiaanse Limburger Rocco Granata. Maar wie weet nog dat hij zijn eerste roem verdiende met twee Urbanusfilms? Of dat hij een Oscarnominatie kreeg voor Pieter Daens, naar een boek van Louis Paul Boon? “Marina sluit eigenlijk weer aan bij de thematiek van Daens, heeft diezelfde sociale bewogenheid maar gaat ook over meer universele thema’s als de liefde en de strijd tussen vader en zoon”. Je kan in zowat elke bioscoop naar Marina gaan kijken want de film is vanaf 6 november bij ons in de zalen.
Het is al een hele tijd geleden (87 en 90) maar je eerste grote successen waren twee films met Urbanus in de hoofdrol. Wat was het succes achter deze films?
Ik was assistent van Robbe De Hert tijdens het draaien van Zware Jongens met Gaston en Leo. Een humoristische film was toen nieuw in Vlaanderen. Er was wel al heel wat humor op televisie. Eigenlijk was Dominique Deruddere gevraagd maar die kon niet omdat hij andere verplichtingen had. Zo kwamen ze bij mij terecht, ik moest in een paar dagen beslissen of ik het deed of niet.
Je debuteerde meteen in een lastig genre: de humoristische film. Zijn er gouden regels om ‘een plezante’ film te maken?
Humor kan je niet in regels of theorieën vangen. Je moet er gewoon gevoel voor hebben. De veelgehoorde uitspraak ‘humor is timing’ is enkel maar een hulpmiddel. Ik heb veel voorstellingen van Urbanus gezien. Ik vond hem een groot talent. Je moet als regisseur niet grappiger dan de komiek willen zijn. Ik werkte ook geregeld met Hugo Matthysen. Dat geldt ook voor hem. In mijn ‘ernstige’ films sloop af en toe ook wel een vrolijke noot. Die vind je ook in Marina.
In 1992 kwam je met Daens, een zeer ambitieuze film naar een boek van Louis Paul Boon. Vanwaar die omzwaai van een luchtig genre naar een sociaal geëngageerd thema?
Humor is een ingebakken eigenschap maar dat geldt ook voor sociale bevlogenheid. Op mijn zestiende werd ik diep geraakt door de armoede in de sloppenwijken van Buenos Aires. Dat heeft er zeker mee te maken.
Waarom verfilmde je precies het boek Daens, wat was de aanleiding?
Eigenlijk ben ik hier ook weer ingerold. Robbe de Hert liep al jaren rond met het plan om Daens te verfilmen. Maar het was moeilijk om de financiering rond te krijgen. Uiteindelijk kostte de film 185 miljoen. Ik was Robbe’s assistent geweest bij De Witte van Sichem. Robbe had het project toen eigenlijk al opgegeven en vroeg mij om de verfilming te doen. We hebben toen het hele scenario herschreven.
Daens was een groot succes, je werd genomineerd voor een Oscar, je kreeg zelfs de titel van baron. Wat betekent deze film in jouw leven?
Daens is heel belangrijk geweest, heel succesvol ook. De film was ook een grote verrassing na Hector en Koko Flanel. Het thema is universeel, het is een verhaal over onrecht dat iedereen raakt. Ook in het buitenland sloeg de film aan. Bovendien heeft hij nog niet aan actualiteit ingeboet, denk maar aan het drama met het textielatelier in Dhaka (Bangladesh) een paar maanden geleden. Hetzelfde thema vind je trouwens ook in Marina. Ook hier wordt gestreden tegen onrecht dat mensen diep in hun persoonlijk leven raakt.
Hoe voelde het om als kleine Belg tussen al die grote Hollywood sterren te staan?
Het was een fantastisch gevoel. Het was Gérard Corbiau (Le Maître de Musique) ook al overkomen. Nu weten we dat het mogelijk is: een nominatie of zelfs een Oscar voor een Vlaamse of Belgische film.
Je gaat nog een film draaien over Aalst, het verhaal van David Van de Steen, slachtoffer van de Bende van Nijvel. Hoever staat dit project?
We zijn bezig aan het scenario. De opnames gebeuren zeer waarschijnlijk in 2015.
Met Hector, Koko Flanel en Daens bezette je lang de eerste drie plaatsen in de lijst van meest populaire Vlaamse films. De laatste jaren kwamen er een aantal topproducties opzetten als Loft, Alzheimer en Rundskop die ook internationaal aanzien kregen. Hoe verklaar je het grote actuele succes van de Vlaamse filmindustrie?
Dat is deels te danken aan goede fictie op de Vlaamse televisie. De mensen hebben onze acteurs leren kennen en in hun hart gesloten. Plus, er is een generatie van filmmakers gekomen die gestopt is met zeuren over gebrek aan financiële middelen. De filmmakers zijn nu vooral doeners, mensen die er 100% voor gaan en geloven in hun producties. Jan Verheyen is daar een mooi voorbeeld van.
In 2009 kwam je met de biopic Soeur Sourire over het leven van kloosterzuster Jeannine Deckers en kondigde meteen een film over Rocco Granata aan. Een bewuste wending in je carrière?
Die twee films hebben minder met mekaar te maken dan je zou denken. Het grootste raakpunt is waarschijnlijk dat ze allebei een zeer gekend melodietje bevatten. Maar Marina heeft meer raakpunten met Daens dan met Soeur Sourire. Marina is een film over migratie en integratie. Opnieuw een zeer universeel thema. En over een familieconflict tussen Rocco en zijn vader. Het is een film over overleven en liefde en het realiseren van een droom. Rocco was al in 2007 bij mij komen aankloppen.
Waarom Rocco en bijvoorbeeld niet Salvatore Adamo?
Vergis je niet: Marina is geen biografische film. Het verhaal van Rocco is fascinerend, vooral zijn liefde voor de muziek en het najagen én realiseren van zijn droom. Maar de film is gedeeltelijk ook fictief. De mensen die Rocco hadden afgewezen hebben daarna gezocht naar een gelijkaardig talent: een jonge Italiaanse migrant die aardig kon zingen. Ze kwamen bij Adamo uit. Salvatore heeft het dus een beetje in de schoot geworpen gekregen.
Rocco is zichtbaar zeer blij met je film. Hoe nauw was hij bij het verhaal en de opnames betrokken?
Uiteraard heeft Rocco ons zijn leven in geuren en kleuren verteld. Hij is een heel fijne man, positief ingesteld én een vechter. Nadat hij succes kreeg, heeft hij de levensomstandigheden van zijn ouders aanzienlijk verbeterd. Hij liet zijn ouders delen in de vruchten van zijn succes. Bovendien is Rocco een man van de muziek én nog steeds een volbloed Italiaan.
Je laatste twee films gaan over muziek of toch over muzikanten. Zelf heb je drie kinderen die doof zijn geboren. Beïnvloedt dat de manier waarop je met muziek en geluid omgaat in je films?
In mijn huidige films niet echt maar ik ben er zeker van dat dit aspect in een van mijn volgende projecten aan de orde komt.
Met welke acteur of actrice zou je graag ooit nog eens een film draaien?
Ik heb die wens nu gerealiseerd met de acteurs in Marina. Zoveel talent en zoveel naturel. Niet alleen bij de hoofdrolspelers Matteo Simoni en Evelien Bosmans. Een fantastische cast. En Rocco speelt een klein rolletje in een waar gebeurde scène.
Wat is voor jou je all time favoriete film die iedereen moet gezien hebben?
(Lacht) Marina natuurlijk. Maar ernstig nu: er zijn er zoveel. Maar ik vind Novecento van Bernardo Bertolucci wel een icoon van de film.