De 85 beschadigde graven van oud-strijders op het kerkhof van Vilvoorde zijn eindelijk hersteld. Omdat het lange tijd onduidelijk was wie voor de kosten moest opdraaien, was het dertien maanden wachten op de herstelling. Maar alles is net op tijd klaar voor de herdenking van 100 jaar WO I.
In de nacht van maandag 27 op dinsdag 28 mei vorig jaar vernielden drie Roemenen zowat 85 graven van oud-strijders uit de Eerste Wereldoorlog op het kerkhof van Vilvoorde. Met een koevoet wrikten ze de koperen platen van de graven. Hun buit staken ze in zakken.
Het trio werd vermoedelijk op heterdaad betrapt, want toen de kerkhofverantwoordelijke ‘s ochtends op de begraafplaats kwam, zag hij de verschillende zakken met daarin telkens een zevental gedenkplaten liggen. Ook trof de man een rol met lege zakken aan. Een buit konden de dieven dan wel niet maken, veel schade maakten ze wel.
Op de herstelling was het echter heel lang wachten. Pas nu, bijna dertien maanden na de feiten, zijn alle beschadigde graven hersteld. ‘Het was lange tijd onduidelijk of de verzekering tussen zou komen of niet’, zegt Johan Serkeyn (sp.a), schepen bevoegd voor begraafplaatsen.
‘Pas in januari kregen we te horen dat dat niet het geval zou zijn. Daarop hebben we beslist om alles zelf te herstellen. Aanvankelijk wilden we de zwaarst beschadigde gedenkplaten vervangen door exemplaren met namaakmateriaal omdat koper ontzettend duur is. Uiteindelijk bleek dat zelfs niet nodig. Onze diensten hebben 81 gebogen gedenkplaten recht kunnen trekken.’
‘Vier platen die zwaarder beschadigd waren, werden door een externe firma hersteld door te hardsolderen (een techniek om metalen platen opnieuw aan elkaar te hechten, red.). Ondertussen hangen alle herstelde gedenkplaten opnieuw aan de graven. Net op tijd voor de herdenking van de Eerste Wereldoorlog in augustus.’
Het stadsbestuur kreeg de voorbije maanden naar eigen zeggen een vijftal telefoontjes van verontruste nabestaanden omdat de herstelling op zich liet wachten. ‘Maar uiteindelijk begrepen ze het wel dat we niet over één nacht ijs wilden gaan om de graven te herstellen’, gaat Serkeyn verder.
‘Het resultaat mag trouwens gezien worden. Aan enkele gedenkplaten zie je nog wel dat ze hersteld werden, maar dat zal met de tijd verdwijnen.’
Omdat de diensten van de stad de koperen platen, op de vier zwaarst beschadigde na, zelf herstelden, werden de kosten gedrukt. ‘Hoeveel dit alles ons exact gekost heeft, is nog niet duidelijk. Feit is wel dat we heel wat uitgespaard hebben door zelf in te staan voor de herstelling’, besluit Serkeyn.
De drie Roemeense dieven werden enkele dagen na de feiten gevat. Uiteindelijk bleek dat het trio daags na de poging tot diefstal in Vilvoorde ook op het kerkhof van Mechelen toegeslagen had. Daar gingen ze met 69 gedenkplaten van graven van oud-strijders aan de haal.
De buit werd een maand later langs de E40 in Tienen teruggevonden.
