In 2021 kreeg de insectenwerkgroep Zuidwest-Brabant een insectencollectie in handen uit de jaren 1950-1980, die vooral vooral bestond uit opgeprikte nachtvlinders. “We vatten het plan op om deze gegevens te digitaliseren op waarnemingen.be zodat ze voor iedereen raadpleegbaar worden”, vertelt Lieven Decrick, oprichter van de werkgroep. “Stilaan rijpte ook het idee om die oude gegevens te vergelijken met nieuwe. Tot hiertoe was er in de regio Zuidwest-Brabant vooral naar nachtvlinders gezocht in tuinen van enkele nachtvlinderfanaten. Natuurgebieden en andere potentieel interessante locaties waren niet of nauwelijks onderzocht. We staken de koppen bij elkaar en het project ‘PajottenMotten’ was geboren. Ons doel was duidelijk: nachtvlinders inventariseren buiten de eigen tuin en oude gegevens verzamelen en digitaliseren. In die oude gegevens vonden we soorten terug waarvan we nooit hadden vermoed dat ze in de regio zouden voorkomen.”
Resultaten
En zo werden intussen al een jaar lang nachtvlinders in verschillende (natuur)gebieden ‘gevangen’, en daar kwamen bijzondere soorten uit voort. Een nachtvlinderval is een fel licht waarmee je ’s nachts motten aantrekt. Ze verschuilen zich daar dan tussen eierkartons die klaar liggen. ’s Morgens kan je de beestjes makkelijk determineren en vrijlaten. “De vlindervangsten leverden interessante informatie op”, laat Timon Boumon, vrijwilliger bij de werkgroep weten. “Een aantal soorten waren voordien nog nooit vastgesteld in de regio, zoals de maansnuituil en de diana-uil. Opvallend was dat vooral soorten uit bossen opdoken. Ook nieuwe zoekmethodes zoals feromonen leverden leuke waarnemingen op. En dan is er nog een waslijst aan nieuwe en zeldzame micro-nachtvlinders die werden gezien. Blijkbaar was er vroeger geen aandacht voor de kleine vlinders, maar dankzij automatische beeldherkenning, goede literatuur en accurate admins op waarnemingen.be vormt een correcte determinatie meestal geen probleem.”
Onlangs stelde de werkgroep het project voor in plattelandscentrum Paddenbroek. Het proces, de resultaten en de gebruikte attributen werden in de schijnwerpers gezet. “We kunnen besluiten dat het een mottig jaar is geweest”, lacht Timon nog. “In totaal konden we 900 soorten in de regio van het Pajottenland en de Zennevallei waarnemen. Als je weet dat er in België meer dan 2.000 soorten voorkomen, dan is dat niet slecht. Het project gaf onze insectenwerkgroep een vliegende start. Via WhatsApp houden we elkaar op de hoogte van de meest bijzondere vondsten. Nu we de smaak te pakken hebben, zetten we het project verder in 2023. We hebben nog een hoop gebieden te onderzoeken en de goesting is nog niet over.”