Uit een bevraging van de Fietsersbond, in opdracht van de provincie Vlaams-Brabant, blijkt dat er nog heel wat knelpunten zijn op de kanaalroute langs de rechteroever tussen Halle en Brussel.
Het onderzoek kadert in het plan om de route om te vormen tot een belangrijke fietssnelweg tussen Halle-Brussel en Vilvoorde.
In mei en juni werden 102.479 fietsers geregistreerd op vijf meetpunten op de fietsroute langs het kanaal tussen Halle en Brussel.
Aan de Sluis van Ruisbroek werd het meeste fietsverkeer opgetekend, met in totaal 30.254 fietsers.
Op een werkdag komen er op dit punt gemiddeld 466 fietsers voorbij. In weekenddagen werden pieken tot 1.000 fietsers geregistreerd.
Telgegevens
Medewerkers van de Fietsersbond verdeelden, op vraag van de provincie, een enquête onder de fietsende pendelaars op het traject. Op deze manier konden de telgegevens aangevuld worden met een kijk op de gebruikers van de route en het soort gebruik dat zij maken van de route.
‘Hieruit blijkt dat de route frequent gebruikt wordt door pendelaars’, zegt Tom Dehaene (CD&V), gedeputeerde voor Mobiliteit.
‘Sommigen wijzen er op dat de route een prima alternatief vormt voor de woon-werkverplaatsing met de wagen. Enkele bevraagden geven zelfs aan dat ze sneller op het werk zijn met de fiets dan met de wagen dankzij de kanaalroute’.
De gemiddelde fietsafstand van de bevraagde fietsers bedroeg 19 km. Ondanks deze relatief grote afstand komen toch heel wat pendelaars in minder dan 45 minuten aan op het werk.
Knelpunten opgelijst
De bevraagden gaven de route een gemiddelde waardering van 6,5 op 10. Dat toont aan dat er nog heel wat knelpunten zijn. Deze knelpunten zijn nu opgelijst en de gesprekken met de stad Halle en Waterwegen en Zeekanaal over de aanpak zijn opgestart.
‘Extra investeringen in missing-links en schakels die aansluiten op de fietssnelweg moeten de route nog aantrekkelijker maken en meer gebruikers aantrekken’, aldus Dehaene.
‘Ook door de opkomst van de elektrische fiets rekenen we in de toekomst op meer gebruikers. We zullen de tellingen dan ook geregeld herhalen om de evolutie in het fietsverkeer te kunnen monitoren.’
Lees hier het volledige rapport.