Op de gemeenteraad van januari werd het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan besproken en voorlopig vastgesteld, zonder de steun van de oppositie weliswaar. In het GRS wordt de ruimtelijke ontwikkeling in de komende decennia uitgestippeld. Omdat de realiteit snel verandert moest ook het ruimtelijk structuurplan (eerste versie goedgekeurd in 2003) aangepast worden.
Om zo’n GRS op te stellen (in dit geval aan te passen) wordt een studiebureau aangesteld. Zo’n GRS opmaken in immers een boel werk. De gemeentelijke diensten zouden daardoor te zeer worden belast. Via een stuurgroep werd de gemeente wel intens betrokken bij de opmaak. Studiebureau Arcadis kwam het GRS voorstellen op de gemeenteraad.
Zo’n GRS is vooral richtinggevend en niet bindend. Wil men voor een bepaald gebied een bestemming vastleggen dan moet dat via een RUP (Ruimtelijk Uitvoerings Plan). Het GRS legt wel een aantal ‘richtingen’ vast voor de openruimte structuur, de nederzetting structuur (woongelegenheid), de economische structuur, de verkeers- en vervoersstructuur (wegenis, parkeermogelijkheden, …) en de toeristische, recreatieve en voorzieningenstructuur (o.m. scholen, rusthuizen, serviceflats, …).
Krachtlijnen
Een paar krachtlijnen van het GRS: de beekvalleien bewaren, de woonuitbreidingsgebieden station en Rubensveld worden behouden, het woonuitbreidingsgebied Korruit wordt aangewend voor compensaties (als je bijvoorbeeld van landbouwgrond recreatiegebied wil maken dan moet je elders een gelijkaardig gebied omzetten naar landbouwgrond), de Fläktsite kan eventueel gebruikt worden voor een gemengde functie wonen-openbaar nut, de Vetweyde blijft zijn mogelijke bestemming tot recreatiezone behouden en er komt een nieuwe visie op een lokale voorzieningenpool in Mazenzele (locatie nog niet gekozen).
De oppositie vond het GRS ‘weinig ambitieus’ en ‘weinig concreet’. CD&V vond dat het GRS te weinig acties bevat om het landelijk karakter van de gemeente te bewaren. “Tegen 2030 zouden er meer dan 1.000 woongelegenheden bijkomen. Wij moeten actie ondernemen om deze spectaculaire groei tegen te houden,” stelde fractieleider Lutgard Van der Borght.
Bebossing
Ook Inzet was niet blij met het voorgestelde GRS. Woorvoerder Pol Verhaevert hekelde het feit dat er volgens hem vooral geschrapt was in de acties voor landschapsbewaring en vergroening. “Jullie herhalen in het richting gevend gedeelte steeds dat Opwijk een groene gemeente moet blijven maar in het bindend gedeelte vind ik daar niets van terug. Integendeel, het eerste wat jullie deden was een herbebossingsproject schrappen,’ stelde hij.
Schepen Inez De Coninck (N-VA) verdedigde het GRS als een evenwichtig plan voor de toekomst van Opwijk waarin alle functies (groen, wonen, economie, mobiliteit en recreatie) aan bod komen. “Een waardevol landschappelijk element moet niet altijd een bos zijn,” stuurde zij richting Pol Verhaevert.