Pastoor Johan Goossens heeft er dezer dagen een extra taak bij in zijn sowieso al drukke agenda. De man ondergaat namelijk een make-over tot Sinterklaas en brengt de kinderen op verschillende scholen een bezoekje. Uitzonderlijk, want normaal voelt Goossens zich beter in zijn sas als Zwarte Piet zo blijkt. “Dan is de kans op herkenning minder groot”, lacht hij.
Het is een goed bewaard geheim in Grimbergen. Pater Johan Goossens van de Norbertijnenabdij, tevens federatiepastoor, leeft zich samen met een aantal vrienden al jaren uit als de goedheilig man uit Spanje zijn opwachting maakt. “Ik doe dat misschien al 20 jaar maar dan vooral als Zwarte Piet”, vertelt de dorpsherder. “We bezoeken dan onder meer de voetbalclub, kindercrèches, de Sinterklaasshow in het CC en ook een aantal scholen. Ik ben daar jaren geleden toevallig ingerold omdat men een knecht voor de Sint te kort kwam. Zomaar in de week iemand vinden die Zwarte Piet wil spelen is niet evident en dus kwamen ze maar bij mij terecht (lacht).”
Dit jaar is Goossens uitzonderlijk zélf Sinterklaas. Woensdag stond een bezoek aan basisschool De Regenboog op het menu. Vrijdag maakte hij zijn opwachting in vrije basisschool Prinsenhof.
Voor Goossens is het dan ook geen opgave. “Als er geen begrafenis of andere dienst tussenkomt, dan doe ik zo’n dingen met veel plezier. Ik vind het fascinerend om te zien hoe die kinderen daar helemaal in opgaan. Alles vertrouwen ze de Sint toe. Sommigen geven bijvoorbeeld hun fopspeen mee als ze nog erg jong zijn. Ouders fluisteren mij soms ook toe waarover ik eens een opmerking moet maken. En dan blijkt toch hoe veel makkelijker ze dat dan van de Sint aanvaarden…”
Goossens zet de Sint neer naar eigen goeddunken. “Het aspect ‘kindervriend’ staat voorop. De Sint en zijn Pieten mogen voor het kind niet iemand zijn waar ze schrik van moeten hebben. Het ene kind reageert natuurlijk anders dan het andere. Sommige komen spontaan naar je toe, anderen houden wat meer afstand.”
Het is wel een feit dat de pastoor een grotere herkenbaarheid geniet dan een ‘normale’ sint. “Daarom speel ik ook het liefst van al Zwarte Piet”, lacht Goossens. “Die moet ten eerste al niets zeggen. En goed geschminkt en met een zonnebril op val ik dan helemaal niet te herkennen. Maar kom, als Sint heb ik ook niet te klagen. De kleinsten gaan daar zo in op. Zij hebben dat toch niet door.”
Goossens staat er wel op dat hij een geloofwaardige Sint neerzet. “Het moet wel ‘goed zijn, ja. Er moet geen jeansbroek onderaan mijn kleed te zien zijn en de baard mag niet scheef zitten. Het moet tiptop zijn. Ze moeten het gevoel hebben dat het de echte is.”
Beperkingen door zijn ambt als priester zijn er niet. “Er zijn geen regels dat een pastoor geen heilige mag uitbeelden (lacht). Dat gebeurt ook tijdens de Sint-Servaasommegang bijvoorbeeld en vroeger was er ook al wel eens een pater die voor Sint speelde hoor.”