Aan de kerk van Essene werd vrijdag een gedenkplaat onthuld voor de zeven dorpelingen die, precies 70 jaar geleden, het leven lieten toen obussen van de Duitse afweer op het dorp vielen. De eerdere gedenksteen blijkt al jaren spoorloos.
[pullquote]Deze oorlogstragedie behoort tot de Essense geschiedenis en mag niet verloren gaan.[/pullquote]
Tot voor enkele jaren stond aan de zuidkant van de kerk, aan de kant van de Bastaertshoeve, een gedenksteen voor de zeven burgerlijke oorlogsslachtoffers die omkwamen bij een bombardement op 12 juli 1944. Vier dorpelingen overleden ter plaatse, drie slachtoffers overleden in de uren erna in het ziekenhuis. De gezamenlijke begrafenis had plaats op 15 juli 1944.
‘Enkele Essenaren vroegen zich af waar deze steen zich nu bevindt. Navraag bij de kerkfabriek, geburen, oudere Essenaren en aan de dienst openbare werken gaf geen oplossing. Ook op het nieuwe kerkhof en bij de soldatengraven vond men geen steen’, zegt schepen Herman Steppe (LB), zelf afkomstig van Essene.
‘Bij de vijftigste verjaardag van de bevrijding werden deze slachtoffers nog herdacht met een mis. Deze oorlogstragedie behoort tot de Essense geschiedenis en mag niet verloren gaan.’
‘Daarom brengen we met de gemeente en in samenwerking met de kerkfabriek een moderne gedenkplaat aan op het oorlogsmonument aan de kerk, als een blijvende getuigenis voor het leed van de Tweede Wereldoorlog in Essene. Zo willen we ook onze jeugd stimuleren meer aandacht en eerbied te verlenen aan onze dorpsgeschiedenis.’
Hauwykstraat en Ternatsestraat
Volgens het dagboek van de zusters van Vorselaar, die toen hun klooster hadden aan de huidige school De Klimming, ontploften er twee obussen van het Duitse afweergeschut van Brussel in de Hauwykstraat en de Ternatsestraat.
Onderwijzer Henri Muylaert werd gedood in de Hauwykstraat. De andere slachtoffers, Petronella Peeters en haar dochtertje Jeanne, leerlinge van het zesde studiejaar, Lucia Timmermans en haar achtjarig zoontje Jozef, Henrica Stylemans en Maria Steppe stierven in de Ternatsestraat. Lucia, Henrica en Petronella woonden naast elkaar, Joanna woonde rechtover hen.
Volgens oudere Essenaren was het die dag mooi weer en zaten de vrouwen buiten samen op de stoep te praten. Jean Muylaert, broer van de onderwijzer, werd gekwetst maar genas na een half jaar.
Naast de moordende obussen in de Ternatsestraat en de Hauwykstraat vielen er ook nog obussen achter het Karrenwiel en de Moortelstraat.
Ingedeukte borduur
‘Het jongste slachtoffer Jozef De Troch, acht jaar oud, was buiten aan het spelen. Hij moest die dag niet naar school, omdat het aantal kinderen tijdens de oorlog gespreid werd. De sirenes gingen aan. Zijn moeder riep hem om te komen schuilen.’
‘Hij kwam aangelopen maar het was te laat. Hij had zware kwetsuren aan het onderlichaam. De borduur in de Ternatsestraat was ingedeukt door de inslag en dat is zo lange tijd gebleven.’
Francois De Troch, het broertje van Jozef, was toen zeven maanden en lag in een koets. Hij kwam er vanaf met schrammetjes op zijn voorhoofd en knie. Francois is later grootgebracht bij familie en is nu nog het enig levende slachtoffer.
De gedenkplaat zal op 1 mei 2015 officieel aan het publiek voorgesteld worden tijdens een activiteit in het teken van de Groote Oorlog.
Vijf van de zes slachtoffers in de Ternatsestraat staan op deze foto: de vier vrouwen boven in het midden (Petronella Peeters, Henrica Stylemans, Joanna Maria Steppe en Lucia Timmermans) en Jozef De Troch, onderaan tweede van rechts.