‘Sorry, maar de bus komt hier niet meer’. Dat scenario dreigt vanaf 2022 voor duizenden inwoners in het Pajottenland en de Zennevallei. Het nieuwe openbaar vervoersplan dreigt een kaalslag te veroorzaken voor de landelijke gemeenten in de vervoersregio Vlaamse Rand. Het plan ging op zoek naar manieren om de efficiëntie en rendabiliteit te verbeteren. Maar in dat plan wordt de regio Pajottenland en de Zennevallei vergeten volgens de schepenen. Heel wat schepenen komen dan ook in opstand en verwachten dat Vlaanderen de plannen bijschaaft.
Afgeschafte lijnen
Onder meer de Mobiliteitsschepenen uit Gooik, Roosdaal, Herne, Bever, Linkebeek, Drogenbos, Beersel, Sint-Genesius-Rode en stad Halle zijn niet gediend met het plan. “De realiteit is dat doordat populaire lijnen door het plan een hogere frequentie krijgen, het aanbod verschuift naar de dichtbevolkte rand rond Brussel. Landelijke kernen met meer dan duizend inwoners dreigen vanaf 1 januari 2022 in de kou te staan. Niemand heeft baat bij de lege grote bussen die we soms zien voorbijrijden, maar nu worden heel wat lijnen gewoon afgeschaft of sterk afgeslankt. In het weekend of buiten de spits komt er in heel wat dorpen binnenkort helemaal geen bus meer.”
Vervoer op maat
Volgens de schepenen duwt het nieuwe plan de regio een stap verder richting auto in plaats van richting de beoogde modal shift. De regio werkt nochtans hard aan een modal shift met meer fietsinfrastructuur, mobipunten en stationsparkings, maar daarbij is het openbaar vervoer onmisbaar. “De Vlaamse Regering voorziet voor ‘Vervoer op maat’ 31 miljoen euro per jaar”, vertelt initiatiefnemer Simon De Boeck, Mobiliteitsschepen in Gooik. “In onze regio zouden we 4 miljoen nodig hebben. Maar we krijgen slechts 350.000 euro in 2022. Dat is slechts één tiende van het benodigde budget om het verlies aan reguliere buslijnen op te vangen. Daar kan je amper twee of drie gemeenten mee aan Vervoer op Maat helpen.”
