OPWIJK - Een koningschieting voor de geschiedenisboeken van de Sint-Pietersgilde, dat was de editie 2025 die doorging op de Dries in Mazenzele en die met Dirk Verdoodt een verdiende koning kreeg. Dirk kwam als vaandeldrager den Dries opgestapt en vertrok er als koning!
De wind waaide fel en dat zou de boogschutters parten kunnen spelen, maar niets was minder waar voor de leden van de Sint-Pietersgilde. In Mazenzele worden tradities in er gehouden en dus begon de namiddag met tromgeroffel. De Gilde deed drie rondjes rond de wip en kon de koningspluim op de wip. De koning en de hoofdman deden een ereschot en daarna mochten de gildebroeders in volgorde van toetreding naar de wip. Van de leden waren er 33 die in competitie traden.


Al meteen sensatie in de eerste ronde want na Heman De Belder wist ook Koen Ringoor de koningspluim naar beneden te halen. Moeilijk schieten? Niks daarvan want in de tweede ronde deden eerst Guido Van Boxstael en vervolgens Dirk Verdoodt dat exploot netjes over. Straffe kost, dat vier schutters al helemaal uit de bol konden gaan.
En het kon niet op want ook in de derde ronde wisten nog twee leden de hoofdvogel naar beneden te halen. Dat waren Pierre Van De Velde en Erik Vanderborght. Zes schutters naar de finale! De toeschouwers en ook de oudere gildebroeders wisten niet wat ze zagen. Een half dozijn schutters in een duel om de koningstitel, dat was nog niet eerder vertoond.


En in de finale ging het net zo snel als in de eerste drie “voltrokken” ronden. Al bij de tweede pijl was het bingo voor Dirk Verdoodt. Het was nog net geen 16 uur en de Sint-Pietersgilde had al een nieuwe koning! Dirk werd bestormd door al de andere schutters en vrienden en familie!
Opwijkenaar Verdoodt (56) is schrijnwerker van beroep en was ook al in 2011 als een koning. Toch was ook hij onder de indruk van zijn prestatie. “Bij het tweede schot was het raak en ik draag deze zege op aan mijn zwangere dochter,” aldus de geëmotioneerde kersverse koning na een memorabele editie! Dirk Verdoodt is de opvolger van Johan Dhaenens. (eb)


