De Dierenvoedselbank Opwijk, die sinds 2018 maandelijks dierenvoedselpakketten verdeelde aan baasjes die het moeilijker hadden, stopt noodgedwongen haar activiteiten. Het afspringen van een potentieel nieuwe verdeel- en stockagelokatie en het gebrek aan perspectief op korte termijn op een andere locatie zorgden voor deze beslissing. Zo verdwijnt de destijds eerste dierenvoedselbank in Vlaams-Brabant.
“Maandelijks verdeelden we pakketten met dierenvoer dat we kregen uit donaties of aankochten met giften. Ook enkele dierenspeciaalzaken uit Opwijk en de buurgemeenten waren ons initiatief genegen,” vertelt oprichter en voorzitter Tom Bosman. Doelgroep van de dierenvoedselbank waren baasjes van honden- en kattenbezitters die het financieel moeilijker hebben.
“Van bij het begin bereikten we een 20-tal gezinnen voor wie onze verdelingen een belangrijke ondersteuning was. Bij mensen die het moeilijker hebben is hun huisdier vaak nog de enige compagnon.” Dierenvoedselbank Opwijk werkte verder ook goed samen met de ziekenfondsen in de gemeente en met enkel maatschappelijk werkers van het OCMW die cliënten doorverwezen.
Vorig jaar moest het initiatief noodgedwongen op zoek naar een nieuwe locatie. Die zoektocht verliep niet vlot. “We hebben ook aan de gemeente gevraagd om ons daarbij te helpen, maar daar kregen we geen gehoor. Nochtans hebben we verder nooit beroep gedaan op steun van de gemeente, noch financieel, noch voor de organisatie van onze verdeling. Alles werd voorbereid en georganiseerd door onze vrijwilligersploeg.
Ook het feit dat veel cliënten van de sociale kruidenier in de Schoolstraat ook bij ons langs kwamen kon een samenwerking niet initiëren. Het blijft dan ook bijzonder jammer en een gemiste kans dat we onze ervaringen niet konden samen brengen en dat het gemeentebestuur geen interesse heeft in dit initiatief, dat nochtans echte in het teken staat van burgers die het moeilijk hebben,” aldus Tom Bosman terugkijkt op een bijzonder leerrijke ervaring.
Dat het verhaal nu stopt is bijzonder jammer. “De hulp blijft nodig, maar geen locatie betekent geen werking. En ook bij onze vrijwilligers zakt de moed met het verstrijken van de tijd. Vandaar deze spijtige maar drastische beslissing.” (eb)