De eerste vrijdagmarkt na het versoepelen van de lockdown maatregelen verliep al bij al vrij rustig in Opwijk. Het gemeentebestuur had de stickers en de verfborstels boven gehaald om een verplicht parcours uit te stippelen. Met gelen lijnen waren de straten verdeeld in een ‘doorloop strook’ en ‘een parkeerstrook voor kooplustigen’.
Aan elk marktkraam stonden stippen aangebracht om het aanschuiven – met het in acht nemen van de afstand – makkelijker te maken. Hier en daar ontstonden lange maar gedisciplineerde files. Opvallend was dat weinigen – met uitzondering van de marktkramers zelf – een mondkapje droegen.
Onder meer de schepenen Jan Couck en Johan De Leu waren ter plekke om er zich van te vergewissen dat alles prima verliep. Ook een paar leden van het gemeentepersoneel waren opgetrommeld om de kooplustigen – letterlijk – in goede banen te leiden. Aan elke ‘ingang’ van de markt was ook ontsmettende handgel ter beschikking. En de markkramers stonden wat meer verspreid dan anders.