Politie betreurt stemmingmakerij

Vrijdag 2 juni was er een incident aan een Opwijkse school waarbij leerlingen van minstens twee andere scholen naar Opwijk waren afgezakt om er een eerder, verbaal incident ‘te regelen’. Daarbij kwam het tot een vechtpartij.  Vanuit de school werd de politie gebeld. Toen de eerste politieploeg ter plekke kwam, gingen een aantal relschoppers er vandoor. Een andere groep bleef echter zijn ongenoegen ventileren.

Bij het controleren van hun identiteit kon één jongen (een minderjarige zo bleek achteraf) zijn identiteitskaart niet tonen ‘omdat hij ze kwijt was’. Toen hem gevraagd werd om zijn identiteitsgegvens te noteren, weigerde hij. De politie waarschuwde hem dat hij ter identificatie zou meegenomen worden naar het politiebureel.

De jongen probeerde er vooralsnog vandoor te gaan. Met een armklem werd hem dat verhinderd. Omdat hij zich krachtig bleef verzetten werden zijn handen geboeid. Hij werd meegenomen naar het hoofcommissariaat. Daar werd hij verhoord en zijn identiteit opgenomen. Er werd hem een medische controle op de spoedafdeling aangeboden maar hij weigerde. Zijn moeder werd verwittigd en de zoon werd vrijgelaten.

Dit was echter niet het einde van het incident. Op een televisiekanaal dat zich richt tot de zwarte gemeenschap in ons land, werd het incident voorgesteld als een geval van racisme. De blanke agenten zouden buitensporig geweld gebruikt hebben tegenover een jonge kleurling.

In een persbericht ontkent de politie dat er van enig racisme sprake is of dat onnodig geweld werd gebruikt en stelt dat alle procedures nauwkeurig werden gevolgd. Het bericht hekelt ook de berichtgeving van de journaliste die alle deontologie met de voeten treedt (de politie werd op geen enkel moment geconsulteerd) en probeert blanken en kleurlingen tegen mekaar op te zetten. Het persbericht eindigt met een oproep om dienst te nemen bij de politie, ongeacht de sekse of de huidskleur.