De kogel is door de kerk: de beschermde kerk van het Wolvertemse gehucht Rossem (1874) krijgt een broodnodige restauratie én een nevenbestemming als permanente tentoonstellingsruimte. Dat laatste is meteen ook een noodzakelijke voorwaarde om de restauratiekost van drie miljoen euro te verantwoorden. In de kerk vindt momenteel nog maar sporadisch een viering plaats.
De parochiekerk Sint-Medardus en -Gildardus dateert uit 1874. De classicistische parochiekerk van omstreeks 1750, die zich in slechte staat bevond en veel te klein was geworden voor de toenemende bevolking, werd toen vervangen door de huidige neogotische, driebeukige kerk. De gotische westtoren die nog in 1839 zou zijn verhoogd, werd in het nieuwbouwproject geïntegreerd. Op 16 juli 1877 volgde de plechtige inwijding door monseigneur Anthonis, hulpbisschop van Mechelen.
De kerk werd in 2010 beschermd maar stilaan laat de tand des tijds zich gevoelen. “Het kerkgebouw ziet er stilaan lelijk en verwaarloosd uit en er zijn ook heel wat mankementen”, legt federatiepastoor Jan Lagae uit. “Onder meer het voegwerk moet hersteld worden, er zijn stabiliteitsproblemen in de toren, en ook de verwarmingsinstallatie laat te wensen over.”
Volgens Lagae is er echter licht aan het eind van de tunnel. “De kerk wordt binnenkort zowel binnen als buiten gerestaureerd. Drie jaar geleden werd al een architecte aangesteld, die zich zou wijden aan het samenstellen van een restauratiedossier. Zij ging ook de haalbaarheid bekijken om mits een duidelijke nevenbestemming aan de nodige subsidies te geraken om de gehele kerken eens grondig aan te pakken.”
De eerste stap was de opmaak van een beheersplan. “De vooronderzoeken zijn intussen klaar. Hiermee kan de architecte nu verder aan de slag. We wachten ook nog op de resultaten van het werk van Monumentenwacht, da na een grondige inspectie aanstuurde op zeer dringende kleinere en grotere werken aan dak en muren. Dit zou kunnen gebeuren via een jaarlijkse tegemoetkoming van 25.000 euro van de provincie.”
De gehele restauratie zou echter liefst 3 miljoen euro kosten. Om te verantwoorden dat het Agentschap Onroerend Erfgoed het grootste deel van de restauratiekost ophoest – gemeente en kerkfabriek staan in voor een kleiner deel – is een nevenbestemming nodig.
Een stevig dossier was dan ook de volgende stap. “Want de kerk van Rossem, wordt net als die van Imde, niet meer zo regelmatig gebruikt”, vervolgt Lagae. “Aangezien er in de kerk met haar overschot aan ruimte en veel natuurlijk licht al heel wat fijne tentoonstellingen werden gehouden, besloot de kerkfabriek nu om het gebouw voortaan als een permanente tentoonstellingsruimte te laten gebruiken met de nadruk op kerkelijke en religieuze kunst. Al wat in de kerken van Meise en omstreken verborgen zit in kluizen en koffers zou dan het ganse jaar door kunnen tentoon gesteld worden, naast af en toe een gelegenheidstentoonstelling. Ook kan de kerk in aansluiting bij de beweging ‘Rossem leeft’ nog meer gebruikt worden voor bijvoorbeeld concerten. Uiteraard zal er af en toe ook nog een misviering plaatsvinden.”
Volgend jaar van 29 maart tot 13 april zou een eerste tentoonstelling plaatsvinden. “We kunnen dan misschien rekenen op een buitengewone collectie poppen van 30 cm die de verschillende klederdrachten weergeven van vele kloostercongregaties die Vlaanderen in de loop van de vorige werden opgericht.”
Wie religieuze voorwerpen voor deze tentoonstelling in bruikleen wil geven, kan contact opnemen via federatiepastoor Jan Lagae op zijn mailadres: jan.lag@telenet.be ofwel via telefoon 02/269.10.82.