Patrick Lefevere: 'Of ik de Ronde van Frankrijk al of niet kan winnen, zal niet op mijn graf staan zeker?'

Patrick Lefevere (59) is ploegleider van Omega Pharma Quick Step Pro Cycling, de wielerploeg die beschikt over kleppers als Boonen, Stybar, Cavendish, Terpstra, Uran, Petacchi, Steegmans, Baekelants, Keise en nog meer klasbakken. Met hem spraken we af in Restaurant Loanton in Affligem, voor een exclusief gesprek bij een heerlijke maaltijd.

Stybar werd wereldkampioen veldrijden, een verrassing?

Patrick Lefevere: ‘Zdenek heeft pas op het laatste moment beslist om deel te nemen. Maar hij is een echte klasbak die er alles voor doet. Hij had een hele maand getraind op Mallorca, waar hij een woning heeft, en was er dus klaar voor. Geen echte verrassing dus! Hij demarreerde bergop, dat is zijn specialiteit. Maar zijn focus ligt nu weer op de weg en de voorjaarsklassiekers.’

Je begon zelf als wielrenner, stapte in 1979 over naar de ploeg van Walter Godefroot waar je assistent werd. Vandaag ben je manager bij Omega Pharma Quick Step. Is er veel veranderd in al die tijd?

‘Uiteraard, zelf ben ik ouder en wijzer geworden. En ik sta in een andere positie, je moet je renners door en door kennen. Je sluit contracten met renners en sponsors. Ik zorg ervoor dat iedereen even goed verzorgd wordt en hetzelfde materiaal ter beschikking heeft. Alles is vandaag op en top professioneel geworden in het wielrennen.’

Is het niet een wereldje apart?

‘Elke stiel heeft zijn eigen identiteit. In het wielrennen vind je veel ex-renners die zo met het wereldje vergroeid zijn dat ze het niet meer los kunnen laten. Je ziet hen aan de slag als ‘soigneur’ of ‘mecanicien’. Ze hebben voor die wereld gekozen. In onze tijd was het wielrennen een sport voor ‘crapuul’, nu een sport met aanzien.’

Je bent een kampioenenmaker, (Museeuw, Boonen, Stybar). Wat is het geheim achter Lefevere?

‘Passie , visie en kennis zijn de sleutelwoorden. We sporen jong talent op, in binnen- en buitenland. Dat gebeurt al heel jong, bij de nieuwelingen maar zeker bij de juniors en beloften. Wij laten hen ook testen in de Bakala Academy in Leuven.’

Talent Thomas De Gendt krijgt een plaatsje in je ploeg, wordt hij je volgende kampioen?

‘Die jongen heeft echt pech gehad met Vacances Soleil. Na het opdoeken van die ploeg zat hij heel diep en zonder contract. Wij hebben hem een eerlijk voorstel gedaan en hij krijgt een jaar om zich opnieuw te bewijzen. Misschien niet direct in de Tour maar mogelijk wel in de Giro. Ik verwacht wel veel van hem.’

Met supertalent Frank Vandenbroucke ging het helaas wel mis? Waarom?

‘Hij had meer dan genoeg talent maar ongeveer alles wat kon misgaan, ging ook mis. Hij ging naar Cofidis voor het geld maar gaf in zijn boek toe dat hij niet bij mij had mogen weggaan. Het vervallen in extremen zat waarschijnlijk in zijn genen. Het is zo jammer, hij had bij Mapei al een mooi palmares bij mekaar gefietst maar eigenlijk moest het voor hem nog beginnen.’

Kom jezelf uit een wielermilieu?

‘Helemaal niet. Bij ons thuis waren ze autohandelaar. En er was toe nauwelijks begeleiding voor beginnende renners. Mijn ouders hadden een afkeer van de koers.’

Je bent zelf heel ziek geweest maar hebt je ziekte overwonnen?

‘In 2001 ging ik naar het ziekenhuis voor een hartonderzoek maar men vond een tumor op de pancreas. Die werd operatief verwijderd. Ik lag zeven uur op de operatietafel maar kreeg geen chemotherapie. Belangrijk is positief te denken én de juiste dokter te kiezen. Maar ik heb ook geluk gehad.’

In 2004 sloeg ‘het dopingspook’ toe. Johan Museeuw bekende doping te hebben gebruikt en jij kwam mee onder schot omdat je als ploegleider weet zou hebben gehad van grootscheeps dopinggebruik.

‘De pers heeft daarin geen fraaie rol gespeeld. De beschuldiging kwam eigenlijk van één journalist die alles gebaseerd had op getuigenissen van dubieuze personen. Ik had Museeuw wel gewaarschuwd voor ‘een jaar teveel’ maar hij wou nog meedraaien en presteren. Ik was zeer ontgoocheld over zijn dopinggebruik.’

Hoe sterk is de ploeg voor het nieuwe seizoen?

‘Wij hebben één van de sterkste ploegen van de laatste jaren. Maar het moet natuurlijk op het terrein gebeuren. We hebben o.m. Boonen, Terpstra en Stybar voor de klassiekers, we hebben Renshaw en Cavendish om Kittel te verslaan, we hebben Patacchi en Steegmans om locomotief te spelen, we hebben Uran voor de rondes, … Voor de Ronde van Frankrijk zetten we alles op het geel voor Cavendisch, zeker de eerste drie dagen als er in Engeland wordt gekoerst. Of ik de Ronde van Frankrijk al of niet kan winnen, zal niet op mijn graf staan zeker?’

Wat mogen we verwachten van Tom Boonen?

‘Tom is fysiek OK. Hij heeft al wel alles gewonnen maar is nog steeds zeer gretig. 2014 zal voor hem, vooral psychologisch, een belangrijk jaar worden. Hij kan zeker nog twee jaar mee en ik zie hem nog veel mooie dingen doen.’

Er gaat veel geld om in het wielrennen. En er zijn grote budgetten nodig. Wordt dat een probleem, gezien heel wat ploegen hebben afgehaakt?

‘Met de Tsjechische zakenman Zdenek Bakala hebben we een belangrijke financier binnen gehaald. Onze ploeg heeft ongeveer het vijfde grootste budget op wereldvlak. Je budget bepaalt of je meekunt op het hoogste niveau. Hij is gepassioneerd door wielrennen en wil nieuwe bronnen van inkomsten aanboren, bijvoorbeeld via televisierechten zoals in het voetbal. Als je deelneemt aan de Ronde van Frankrijk, 25 dagen met ruim dertig mensen, dan krijg je een startpremie van welgeteld 48.000 euro. Dat is lachwekkend.’

Het is geweten dat je ooit achter Philippe Gilbert aanzat. Hoe is de relatie vandaag?

‘Wij zijn weer ‘on speaking terms’. De miserie kwam er door een derde persoon in het spel. Vandaag zou ik Gilbert niet meer willen. Hij is te duur en er is geen plaats voor hem bij ons.’

Hoe zie je de toekomst van de wielersport?

‘De vraag is of de wielersport over 20 jaar nog zal bestaan.  Waar vindt een organisator bijvoorbeeld nog seingevers? En er zijn zoveel concurrerende sporten. In de wielerwereld vechten we onder mekaar, o.m. met dopingverhalen. Als we bij de UCI aandringen op bijvoorbeeld een soort professionele ‘league’ dan zien we alleen maar angstige gezichten.’

En wat brengt de toekomst voor jou? CEO bij de UCI ?

‘Neen, dank u. Dat is politiek. Wat ik eigenlijk nog graag zou willen is: bij onze jeugd nog eens ‘een witte merel’ vinden, een wereldtopper. Dat zou een mooie beloning zijn voor zoveel jaar passionele inzet voor de wielersport.’

Topartikels bij Goeiedag.be