Pedro Brugada (61) geniet een internationale reputatie als cardioloog. Er is zelfs een hartaandoening die naar hem en zijn broer Josep is genoemd: het Brugada-syndroom, een zeldzame, erfelijke ziekte die tot de plotse dood van schijnbaar gezonde (jonge) mensen kan leiden. Dr. Brugada is Catalaan van afkomst, werkte jarenlang in het Onze-Lieve-Vrouw-Ziekenhuis in Aalst maar verkaste op 1 januari 2007 naar het Universitair Ziekenhuis in Jette. Dr. Brugada zet zich in voor een systematische screening van jonge voetballers en vindt dat er een zeer strikt rookverbod moet komen. Roken is immers één van de belangrijkste oorzaken van hartaandoeningen.
Wat zette u aan om in Barcelona geneeskunde te gaan studeren?
Mijn vader was ‘poelier’ en had een kleine boerderij. Ik wou ook boer worden maar moest van mijn moeder gaan studeren in Barcelona. In het eerste jaar volgde ik geneeskunde én filosofie. Ik koos uiteindelijk voor geneeskunde en haalde mijn diploma van huisarts als ik 22 was. Ik begon namelijk al op 16 jaar aan de universiteit. Ik trad o.m. op als straatmuzikant om mijn studies te helpen betalen en reed als huisarts met een mobilette naar mijn patiënten in de Pyreneeën. Ik ging opnieuw naar Barcelona om verder te studeren en werd cardioloog omdat er een plaats vrijkwam.
Dr. Brugada, hoe komt een Catalaan in Aalst terecht?
Mijn specialiteit, de ritmologie van het hart, was in opmars en ik kreeg aanbiedingen uit Chicago en Amsterdam. Uiteindelijk werd het Maastricht. In 1986 werd ik er prof. In België bestond ritmologie nauwelijks. Ik startte een centrum op in Aalst. Vandaag zijn er 32 centra in België.
Het hart wordt weleens de ‘motor van ons lichaam’ genoemd. Klopt die populaire visie op de functie van het hart?
Er is geen betere pomp dan het hart. Het hart pompt zo’n 100.000 keer per dag. Er zijn 3,5 miljard hartcellen met verschillende functies. Om het eenvoudig voor te stellen, maak ik het onderscheid tussen drie verschillende functies: de elektriciteit (hartimpulsen), het mechanische systeem van het hart (met o.m. de hartkleppen) en ‘de loodgieterij’ (de hartvaten). De aorta voorziet het hart van bloed en zuurstof. Het mechanisch gedeelte bestaat uit de hartspier en de –kleppen. Mijn specialiteit is de ‘elektriciteit’. De elektrische impuls die het kloppen van het hart regelt, wordt opgewekt door de sinusknop. Als dat kloppen van het hart niet regelmatig en niet met een correct ritme gebeurt is er een probleem.
Wat gebeurt er precies bij de zo gevreesde ‘hartaanval’ of ‘hartstilstand’?
Je hart kan te traag kloppen omdat bijvoorbeeld de elektrische geleiding niet goed werkt, of te snel zodat je hart op hol slaat. Wat men vaak als ‘hartaderbreuk’ omschrijft is eigenlijk een hartstilstand omwille van een fatale ritmestoornis. Het hart gaat dan ‘fibrilleren’ (ongecontroleerd trillen) en valt stil.
Is het hart een kwetsbaar of, in tegendeel, een heel robuust orgaan?
Je kan een hartspier ook trainen. Topsporters als een Tom Boonen hebben een sterkere hartspier en meestal een totaal ander hartritme. Boonen heeft een hartslag van 30 tot 35 slagen per minuut. Bij zware inspanningen klimt zijn hartritme geleidelijk tot 200, zelfs 210 slagen per minuut. Normaal gezien is de maximale hartfrequentie gelijk aan 220 min het getal van je leeftijd. Bij getrainde sportlui ligt die grens echter meestal hoger. Khalilou Fadiga (stervoetballer bij o.m. Club Brugge) was de eerste profvoetballer die met een defibrillator (een toestelletje dat het hartritme kan bijsturen) in eerste klasse speelde. En bij Xavier Malisse stelden we een aangeboren hartafwijking plaats die chirurgisch kon gecorrigeerd worden.
Het woord ‘defibrillator’ is gevallen. Vandaag zie je ze meer opduiken op plaatsen waar gesport wordt of veel mensen bij mekaar komen. Nuttige toestellen?
Zeer nuttig. Ik vergelijk ze graag met ’n airbag in een wagen. Je hebt ze niet alle dagen nodig maar als het nodig is, ben je blij dat ze er zijn. Hetzelfde geldt voor de defibrillator die goud waard is om iemand met elektrische schok bij een hartstilstand te redden. Je moet natuurlijk ook zoveel mogelijk mensen trainen om ze te kunnen gebruiken. Zelf heb ik zo’n toestel bij me thuis. Je ontvangt wel eens mensen voor een feestje of zo. Ik heb het toestel nog nooit moeten gebruiken maar heb wel al twee keer op straat mensen kunnen reanimeren met hartmassage.
U bent een groot voorstander van het screenen van o.m. jonge voetballers op eventuele hartafwijkingen. Kunnen op die manier veel levens worden gered?
Er zijn erfelijke aandoeningen die op jonge leeftijd een hartstilstand kunnen veroorzaken. Screening is dus geen overbodige luxe. Maar er is meer: preventie is hard nodig en een elektrocardiogram is helemaal niet duur. Bij zo’n screening van de jeugd van Eendracht Aalst werden toch een aantal ernstige problemen gedetecteerd. Als je bijvoorbeeld jongeren op 12 jaar zou onderwerpen aan een klinisch onderzoek kan je hen ook wijzen op de gevaren van een ongezonde levensstijl (roken, drank, drugs, …). Als je nog een aantal jaren wacht, ben je met die preventieve aanpak waarschijnlijk al te laat.
Mensen praten voortdurend over ‘hun cholesterol’. Speelt die inderdaad een belangrijke rol bij hart- en vaatziekten?
Cholesterol behoort tot de ‘loodgieterij’ en is zeer belangrijk. Teveel cholesterol lijdt tot het dichtslibben van de bloedvaten. De erfelijkheid speelt daarin een belangrijke rol maar ook de voeding natuurlijk. Ook andere factoren (roken, hoge bloeddruk, diabetes) die de hartfunctie beïnvloeden kan je behandelen of onder controle houden. Ik kan het belang van ‘preventie’ niet genoeg benadrukken. Mensen gaan te weinig op controle bij de dokter. Zo heeft minder dan de helft van de 40-jarigen zijn cholesterol, bloeddruk of suikerspiegel al laten controleren door een arts. Regelmatige controle kan mensenlevens redden. En … stoppen met roken.
U bent ook zeer streng voor rokers. U pleit voor een zeer streng rookverbod.
Ik heb zelf gerookt en vroeger rookten veel dokters. Een excuus is dat men toen nog niet wist hoe zwaar roken de gezondheid schaadt. Maar ik ben er mee gestopt en weet dus dat het mogelijk is. Aan erfelijke aanleg kan je weinig verhelpen maar roken en ongezond eten, dat zijn dingen die je kan laten. Misschien kost het wat moeite, maar het is die moeite zeker waard.
Ook in uw tak van de geneeskunde viert de technologie hoog tij?
Er zijn pacemakers en defibrillatoren. Die kan je ook vanop afstand monitoren via internet. Je kan die ook via GPS volgen en zelfs al vanop afstand programmeren. Maar de wet die dat toelaat is er nog niet.
Weinigen weten dat u ook enige artistieke aanleg hebt, u schildert en speelt gitaar.
(lacht) Ach dat stelt niet zoveel voor. Dat zijn meer hobby-activiteiten. Maar ik kan u toch een primeur meegeven: begin van de zomer kom ik met een eigen song.
In 2012 zette u ook de stap naar de politiek. U zetelt in Lede voor de Open VLD in de OCMW-raad. Hebt u daar nog tijd voor? En heeft u geen nationale politieke ambities?
Ik werd verkozen als gemeenteraadslid maar koos er zelf voor om naar het OCMW te gaan. Dat sluit meer aan bij de dingen waar ik in thuis ben. En nationale politiek? In mei sta ik op de Europese lijst voor Open VLD. Maar mocht men mij de post van minister van volksgezondheid aanbieden dan zou ik die niet weigeren (lacht). Wat ik kan doen voor de gemeenschap, wil ik graag doen. Zo speel ik met de idee om jongeren, naar analogie van de vroegere legerdienst, een soort van verplichte sociale dienst te laten doen. Ik heb wel meer ideeën die verschillen van de dingen die we gewoon zijn.
Is er iets dat u echt nog graag wil doen?
Ik ben er mee bezig: een multidisciplinair centrum waar artsen met verschillende maar verwante disciplines actief zijn. Nu komt een patiënt naar een cardioloog met specifieke klachten. Maar als er niets aan de hand is met zijn hart, duurt het soms weken of maanden vooraleer hij bijvoorbeeld een endocrinoloog (specialist van de klieren) of een gastro-enteroloog (maag- en darmspecialist) kan raadplegen. In zo’n multidisciplinair centrum kan de patiënt snel doorverwezen én geholpen worden. Wij verwijzen door naar de beste specialisten en ziekenhuizen. Dat is het tegenovergestelde van ‘medical shopping’ en kan kostenbesparend werken.