Norbertijn Johan Goossens houdt er de moed in bij de vaststelling dat de religieuze ordes in Vlaanderen almaar verder uitdunnen. In 2002 telde Vlaanderen nog zo’n 14.000 kloosterlingen. Vorig jaar waren dat er, volgens cijfers van ‘Kerk en Leven’, nog amper 6.197. Vooral de paters zijn met uitsterven bedreigd. De 50-jarige Goossens is als ‘jonkie’ in de habijt één van de uitzonderingen. “Het is een verontrustende tendens, ook in onze abdij, maar we moeten ook niet te negatief doen. We trekken ons in moeilijke tijden op aan ons symbool: de feniks die altijd uit zijn as verrijst.”
Johan Goossens trad in 1988 als Norbertijn in de abdij van Grimbergen in en is er sinds 2004 prior. Hij is dus de geknipte persoon om zijn licht te laten schijnen op de toch wel verontrustende cijfers die zopas in ‘Kerk en Leven’ verschenen. Wellicht nog dit jaar zal Vlaanderen minder dan 1.000 paters tellen en op korte termijn verdwijnt de helft van de zustercongregaties. Tachtig procent van de religieuzen in Vlaanderen is ouder dan 75 en minder dan 5 procent jonger dan 60 jaar. Even opmerkelijk: 15 procent is ouder dan 90.
“We doen het met de Norbertijnen nog zo slecht niet in vergelijking met andere congregaties maar de cijfers zijn wat ze zijn”, reageert Goossens. “Het is nu eenmaal zo dat de religieuze orde zich in de 19de eeuw bezighield met zowat alles in de maatschappij: van ziekenhuizen over scholen en sociaal werk tot missionariswerk in het buitenland. Veel van die taken zijn intussen overgenomen door andere organisaties. Alles speelde zich ook af rond de kerktoren. Vandaag is het net omgekeerd: de wereld is ons dorp geworden.”
Goossens nuanceert de terugval ook enigszins. “In de jaren ‘50 kende het aantal intredes bijvoorbeeld een enorme boost. En dat is sindsdien almaar naar beneden gegaan. Maar de voorbije eeuwen ging dat ook altijd op en af. Onze taak is om ervoor te zorgen dat het religieuze leven zijn waarde en relevantie blijft behouden. We organiseren daarom ook allerlei initiatieven om jongeren te blijven bereiken en aan te trekken. Denk maar aan pater Karel Stautemas en zijn pelgrimstochten en binnenkort het tentenkamp rond de abdij. De bedoeling daarvan is voor een stuk ook dat jongeren ons leren kennen en dat ze zien wat er gebeurt achter de muren van de abdij.”
“We gaan ook op digitaal vlak mee met onze tijd. We hebben een website die we up-to-date houden en ook via Facebook houden we contact met de buitenwereld. Ook in de kerk zelf stellen we ons open. Dankzij ons gerenommeerd Gregoriaans koor komen er elke zondag mensen uit het hele land afgezakt om onze viering bij te wonen. Dit alles zonder af te doen aan de eigenheid van het abdijleven.”
Kloostergemeenschappen hebben wel degelijk nog hun waarde benadrukt Goossens. “Ze zijn een oase van rust waar mensen tot bezinning kunnen komen. Iets wat vandaag zo enorm actueel is omdat veel mensen er naar op zoek zijn in deze hectische tijden. We luisteren naar de noden van deze tijd. We moeten dus zeker niet te negatief zijn. We hebben nog iets te bieden. We doen het al 900 jaar op die manier en ook mindere tijden komen we te boven. Zoals ons symbool, de feniks, herrijzen we steeds opnieuw uit onze as.”
In de Norbertijnerabdij laat de neerwaartse spiraal zich ook nog niet al te hard gevoelen. “We zijn met een twintigtal in totaal waarvan er 12 in de abdij wonen. Dat is een lichte daling. Ik ben een van de jongere maar niet de jongste. Er zijn er nog een aantal die rond mijn leeftijd zijn. Wereldwijd gaat onze orde er zelfs op vooruit…”
De Norbertijnen laten ook niet alles aan het toeval over. “Elke dag hebben we een gebedsmoment waarbij we bidden voor roepingen. We schakelen dus een extra hogere dimensie in om zeker te zijn dat het allemaal goedkomt (lacht).” www.abdijgrimbergen.be