Vandaag wordt Clément Van Haute 98. Dat, op zich, is al een prestatie. Maar er is meer: Clément is nog steeds een actief ‘duivenmelker’. Hij verzorgt elke dag nog een twintigtal duiven en doet daarbij meerder keren de 32 trappen naar zijn duivenhok. En Clément wint graag want anders zouden de anderen in de club denken “dat oud ventje wil ook nog een keer met de duiven spelen”.
En winnen doen de duifjes van Clément ook graag. Zij haalden al drie keer een eerste prijs in de wedstrijden voor jonge duiven. Zaterdagavond (15 juli) was Clément present om zijn prijsbeestjes in te schrijven voor de vlucht vanuit Quiévrain. Hij speelt in de club “Doe wel en zie niet om” in Mazenzele en brengt zijn duiven binnen bij Den Broinen.
Clément werd geboren in Asse-Ter-Heide en heeft heel zijn leven in Asse gewoond. Dat doet hij nog altijd. Hij woont nog steeds in de Arsenaalstraat, in het hart van de gemeente dus. In die vele jaren heeft hij Asse duchtig zien veranderen: “Ik had een boerderij in het centrum en liep met mijn koeien over de markt. De straatjes waren toen zo smal dat de vlaaien die de koeien lieten vallen tot tegen de gevels en deuren van de bewoners spatten”. Hij kan er zelfs vandaag nog duchtig om lachen.
Hard werken heeft Clément altijd gedaan. Naast de twaalf koeien die twee keer per dag moesten gemolken worden, heeft hij met paard en kar ‘geuze rondgereden’. Dat bracht hem tot in Beigem (Grimbergen) en Aalst. Hij reed ook naar het Brusselse om chicorei voor de dieren. En ooit ging hij helemaal te voet met een koe naar de stier in … Gaasbeek. Toch een eind stappen.
En het duivenmelken? Geleerd van zijn vader. “Al mocht ik de eerste jaren alleen maar kijken en vooral nergens aankomen,” lacht Clément. In de loop der jaren groeide Clément tot een kenner van het vak. Hij gaat nog regelmatig naar Mazenzele om zijn duiven in te schrijven. “Doe wel en zie niet om” bestaat al sinds 1946 en schrijft nog geregeld 400 tot 450 duiven in voor een nieuwe vlucht.
Clément is wat minder kwiek sinds hij, door een ongeluk, bijna een been verloor. Hij werd zwaar geopereerd maar herstelde als bij wonder. En hij wil nog graag een paar keer winnen. “Ik ben 98 maar nog niet versleten,” knipoogt hij naar onze fotograaf terwijl hij liefdevol een jong duifje uit zijn keef haalt om ze te laten inschrijven voor Quiévrain.