Ter hoogte van de Kruiskouter in Asse, langs de spoorlijn 60, is de voorbije dagen zowaar een boeiend stukje tramgeschiedenis ‘boven water gekomen’.
Momenteel wordt tussen de Petrus Ascanusstraat en de Kruiskouter een nieuw fietspad aangelegd, als onderdeel van de fietssnelweg Asse-Brussel, de zogenaamde AB-route.
Deze week wordt daar de oude metershoge berm afgegraven van de toenmalige trambedding. Daarbij werd een van de twee pijlers van de toenmalige brug over de spoorlijn blootgelegd, als stille getuige van een vervlogen tijdperk.
De tramlijn, die in 1970 werd afgeschaft, liep vanaf het station van Asse rechts van het spoor (richting Brussel), maar ter hoogte van de Kruiskouter was er dus een brug over de spoorlijn, omdat de tramlijn vanaf daar het traject van de N9 volgde richting Brussel.
De brugpijler, die eerstdaags wordt gesloopt, dateert uit 1937 (zie archieffoto brug).
In 1905 was er al een tramverbinding tussen Asse en Aalst, toen nog de stoomtram, als verlengstuk van de lijn Aalst-Oordegem. Pas in 1935 werd een elektrische tramlijn gerealiseerd tussen Brussel-Noord en Zellik-Driekoningen, een jaar later verlengd tot Zellik-Moleken en in 1937 dus tot in Asse.
De Assese tram had in de Tweede Wereldoorlog de reputatie van smokkeltram omdat Brusselaars er hun smokkelwaar kwamen kopen bij de boeren.
Eind jaren ’50 ging het snel bergaf met veel tramlijnen rond Brussel, ook die met Aalst. Het gedeelte tussen Aalst en Hekelgem werd al afgeschaft in oktober 1962 en op 26 juni 1970 viel definitief ook het doek over de lijn Hekelgem-Brussel.