In Asse sloot zaterdag na vijftig jaar café ’t Vaderhuis, rechtover ‘het moederhuis’, het OLV-ziekenhuis. Lea ‘van Niskes’ De Nijs stond er vijftig jaar achter de toog van het volkscafé en werd een alom geprezen cafébazin.
Café ’t Vaderhuis werd gebouwd toen in 1963 het toenmalige Heilig Hartziekenhuis een nieuwe inkom kreeg langs de vernieuwde en verbrede Bloklaan. Voordien was dat een donker steegje dat hooguit bekend stond als een vrijerssteegje.
De ouders van Lea hadden eerder al tien jaar een café op de Markt gehuurd, langs de kant van ’t Kwaadgat. ‘Ik heb nooit iets anders gekend dan het caféleven. Als kind raapte ik de pijlen op van de liggende wip achter ons café. Toen mijn ouders ’t Vaderhuis openden op 5 maart 1963 was ik veertien jaar en stond ik vanaf dag één mee achter de toog als zelfstandige helpster, zoals dat toen ging’, herinnert Lea.
Het was best een risico om toen, in een nog volledig lege straat, een café annex buurtwinkel – uitgebaat door haar broer Staaf – te starten, maar de benaming ’t Vaderhuis, aan de overzijde van het ‘moederhuis’, bleek een gouden zet.
In 1977 nam Lea het café over van haar moeder, eerst samen met haar man Jef, van wie ze in ’89 scheidde. ‘Hij was niet gemaakt voor het caféleven en ik wilde niet zonder.’
Als cafébazin was Lea echter uit het beste hout gesneden. ‘Iedereen moest welkom zijn, of ze nu wit, blauw, rood, arm of rijk waren. Ik heb enorm veel vriendschap gehad van mijn klanten, maar ze moesten braaf zijn, want als het moest kon ik streng zijn.’
Witte maskes
In ’t Vaderhuis was altijd wel iets te beleven. Waren het geen meetschieten, kaartavonden of een kermis, dan waren het wel de Assese notarissen die bij Lea graag aanklopten voor hun openbare verkopen. ‘Soms was er ’s nachts nog zoveel ambiance dat de ‘witte maskes’ – de verpleegsters van het ziekenhuis – kwamen vragen of het wat stiller kon omdat de patiënten niet konden slapen.’
’t Vaderhuis was ook nog zo’n café met een voor- én een achteringang. ‘Een echt café heeft een ontsnappingsroute’, lacht Lea.
Kannetje kalissesap
‘De mensen zal ik hard missen, maar het werk niet meer. Het rookverbod in de cafés de laatste jaren maakte veel kapot. Was ik tien jaar jonger, dan had ik de zaak nog gereorganiseerd, maar ik koos ervoor om stilletjes uit te bollen.’
‘Met de volkscafés verdwijnt een heel stuk van het sociale leven. Mensen die in de toekomst gaan wandelen, zullen opnieuw hun kannetje kalissesap moeten meenemen, want er zullen geen cafeetjes meer zijn onderweg.’