Sonja Hereman (73), de langst actieve cafébazin van Vilvoorde, houdt het voor bekeken. Al 44 jaar staat ze achter de toog in café ‘Bij Sonja’ op de Harensesteenweg. Maar nu acht ze het welletjes na wat gezondheidsperikelen en heeft ze het pand te koop gezet. “Het is genoeg geweest. Nu moet ik eens aan mezelf denken.”
Sinds 1976 baat Sonja het kleine volkscafé in de wijk Broek uit. Vroeger waren er liefst 18 cafés en drie kruidenierszaken op de steenweg. “Die zijn allemaal weg. Er is nog één café over en dat ben ik.”
De klanten reageren uiteraard ontzet. “Ik heb al heel wat mogen horen. ‘Nu is er hier niks meer. Wat gaan wij nu doen?’ Ze stellen zelfs al voor om dan bij mij thuis hun pintje te komen drinken ‘zodat ze mij nog eens zien’ (lacht). Maar ik geef het toe: ik ga hen ook moeilijk kunnen missen. Ik heb hier een voetbalploeg, biljartclub, vissersvereniging en een carnavalsgroep gehad. Na 44 jaar zie je die als familie want verder ben ik helemaal alleen. Ik heb geen zussen of broer en mijn ventje is overleden. Mijn klanten zijn nu dus eigenlijk mijn familie. Ik ben een beetje hun ‘mama’. Ik veel van die gasten allemaal weten trouwen en kindjes krijgen. Op 44 jaar gebeurt er veel… Sowieso zal ik voor de buren en vrienden wel nog een serieus feestje geven als ik hier vertrek.”
(Lees verder onder foto.)
In al die jaren is er natuurlijk heel wat veranderd. “Uiteraard zijn veel mensen verhuisd en gestorven. En er zijn ook een aantal dramatische gebeurtenissen geweest. De ontploffing van fabriek Ca Va Seul bijvoorbeeld. Daar zijn drie doden bij gevallen. Wij moesten een hele dag uit onze woning toen. En dan bij de bouw van het rusthuis is een paar jaar geleden hier ineens ook alles beginnen verzakken. Dat heeft veel schade aan de woningen hier veroorzaakt. Maar ja, het is hier moerasgebied in het Broek en het Broek beweegt nog steeds…”
Het cafébezoek is ook niet meer wat het geweest is. “Er mag niet meer gerookt worden en er zijn veel politiecontroles. Het kost meteen heel veel geld als je betrapt wordt met een pintje te veel op. Voor de horeca is dat de grote boosdoener. De mensen komen niet meer buiten en kijken liever naar tv. Er wordt niet meer gebabbeld als vroeger. Iedereen is maar bezig met zijn gsm. Ik heb hier in het begin nog mandjes geplaatst op tafel met de vraag om de gsm erin te gooien. Dat heeft een week geduurd en de mandjes waren al opzij geschoven. Het had geen zin. De gezelligheid in het café is daardoor wat weg. Er wordt ook praktisch niet meer gekaart. Vroeger had ik vier tafels met kaarters op zondagmorgen. In de winter maakten we hier vroeger zelfs grote puzzels op. Maar de jeugd kent dat allemaal niet meer. De gsm is belangrijker…”
Sonja gaat er prat op dat het bij haar in het café altijd aangenaam was en ook bleef. “Er is nooit ruzie geweest en er is nooit gevochten. Er waren wel eens strubbelingen of discussies maar dat werd direct opgelost. Ik heb nooit politie moeten laten komen. Als er iets te doen was, verwittigde ik de buren. Ik heb mij altijd goed met hen verstaan.”
Sonja zou graag in het centrum van Vilvoorde blijven wonen. “Hier ken ik de mensen nog en daar zal ik ook mijn klanten misschien nog eens terugzien.”
Wat er met het pand gaat gebeuren, valt af te wachten. “Het zou mooi zijn als er zich iemand aandient die het café wil verderzetten, ook voor de klanten.”