Dialectkenner en ex-gemeenteraadsvoorzitter Lode Pletinckx (80) is al jaren gebeten door taal en morfologie. Zo fel zelfs dat hij na zijn pensionering nog gotisch ging studeren aan de universiteit. “Ik studeerde Germaanse filologie aan de universiteit van Gent waar ik in contact kwam met de school van dialectologen. Daar werd ik aangespoord om me te verdiepen in het Brabants dialect. Na een jarenlange studie vloeide daar het lijvige ‘Woordenboek van het Asses’ uit verder. Mijn nieuwste boek ‘Spraakkunst van het Asses’ is eigenlijk een uitvloeiing van dat eerste boek”, vertelt Lode.
In zijn nieuwste boek licht Lode enkele bijzonderheden van het Assese dialect uit. Zo bestaan er tien verschillende vormen van het persoonlijk voornaamwoord ‘ik’. “Naar gelang van de klemtoon of de plaats in de zin is het soms ‘ik’ maar evengoed kan het de driedubbele vorm ‘ik…ekikke’ aannemen. In het Asses dialect zijn ook de stapelmeervouden zeer interessant. Zo zeggen we niet ‘hummen’ (hemden) maar ‘hummern’ en is het ‘koekeren’ (kaartterm voor ruiten) in plaats van ‘koeken’. Hoe dat komt, leg ik allemaal uit in het boek.”
De dialecten zijn ook opnieuw aan een opmars bezig. Dat is al duidelijk aan de boekvoorstelling die Lode donderdagavond geeft. Die ging eerst plaatsvinden in de bibliotheek maar is ondertussen al verhuisd naar de grote zaal van het CC wegens grote interesse. “De mensen beginnen te begrijpen dat dialect een grote waarde heeft terwijl het vroeger als iets negatief gezien werd. Zelf ben ik wel sceptisch over de toekomst van het dialectgebruik. Het zal de komende jaren enorm veranderen want het staat zwaar onder druk door externe invloeden. Ik denk dat de lokale dialecten zullen verschralen tot een regionale variant. Mijn eigen kinderen spreken nog Asses, maar mijn kleinkinderen al niet meer”, aldus Lode.
Donderdagavond 12 december stelt hij zijn boek ‘Spraakkunst in het Asses’ voor in het CC Asse. Het boek kost 15 euro en is beschikbaar in het CC Asse. Toegang tot de lezing kost vijf euro. De opbrengst wordt geschonken aan de Assese vzw ‘t Spiegeltje.
