Enkel voor de Ringverbinding Heizel-Vilvoorde-Brussels Airport zouden bij de inzet van een trambus de baten opwegen tegen de kosten. Dat concludeert een studiebureau dat in opdracht van De Lijn het gebruik van trambussen op het tracé van de toekomstige tramlijnen van het Brabantnet onder de loep heeft genomen. Voor de verbinding Willebroek-Brussel blijkt een ‘gewone’ tramverbinding duidelijk de beste optie.
De Raad van Bestuur van De Lijn zopas kennis genomen van de resultaten van de trambusstudies. Die heeft het studiebureau Technum-Tractebel uitgevoerd voor de Ringverbinding Heizel-Vilvoorde-Brussels Airport en de verbinding Willebroek-Brussel.
“De conclusies van deze studies zijn dat trambussen voor de Ringverbinding een opstap kunnen betekenen voor het tramproject”, legt Joost Swinnen van De Lijn uit. “Voor de verbinding Willebroek-Brussel is niet de inzet van trambussen, maar een gefaseerde realisatie van een tramverbinding de beste optie.”
Deze conclusies zijn gebaseerd op de analyse van de maatschappelijke kosten en baten voor elk van de verbindingen.
“Voor de inzet van trambussen op de verbinding Willebroek-Brussel zijn de kosten vijf keer hoger dan de maatschappelijke baten. Voor een gefaseerde realisatie van een tramverbinding daarentegen, liggen de maatschappelijke baten meer dan 50% hoger dan de kosten. Deze positieve verhouding is hoofdzakelijk te verklaren door de aanwezigheid van de volledige traminfrastructuur op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest, waarop kan verder gebouwd worden. Dit geldt ook voor de Luchthaventram tussen Brussel en Brussels Airport.”
Op de ringverbinding Heizel-Vilvoorde-Brussel Airport biedt een trambus dan weer twee keer meer maatschappelijke baten dan kosten. “De trambussen kunnen op deze verbinding dus een opstap zijn voor het tramproject. De investeringen in de infrastructuur voor de trambussen moeten ook dienen voor een tramverbinding. Bovendien moeten ze ervoor zorgen dat de rittijd maximaal 40 minuten bedraagt. Zo kan een commerciële snelheid van minstens 25 km/u gehaald worden en heeft de verbinding een optimale aantrekkelijkheid. Vrije beddingen zijn hiervoor noodzakelijk. We rekenen dan ook op een goede samenwerking tussen de Vlaamse overheidsdiensten met de lokale besturen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om te komen tot de realisatie van dit Ringtrambus-project.”
CD&V Vilvoorde, dat zelf al een testrit met de trambus organiseerde, ziet de trambus eerder als permanente oplossing, eerder dan een tijdelijke. Maar het stadsbestuur wil daar niet van weten. Zij volgen de studie waarbij de trambus dient als opstapje om in 2020 een tram door Vilvoorde te laten rijden.