Van bij haar stichting in 1137 wist de norbertijnenabdij een omvangrijk domein te verwerven dat op het einde van de 18de eeuw zo’n 2.200 ha aan onroerende goederen omvatte. Dit domein strekte zich uit over Oost-Vlaanderen (Land van Aalst), West-Brabant (omgeving Pamel) en Henegouwen (Arquennes en Saintes). Eind 18de eeuw bezat de abdij nog zo’n 20 pachthoeven, 5 wind- en watermolens, 10 huizen, 7 bossen en 39 percelen bouwland en weide.
Om een zo optimaal mogelijk beheer van de abdijgoederen te kunnen verzekeren, was een accurate inventaris ervan onontbeerlijk. Daarom gaven meerdere abten aan diverse landmeters en op verschillende tijdstippen opdracht om de abdijgoederen in kaart te brengen. Een eerste algemene kartering door de gekende landmeter Philips de Dyn uit Aspelare had plaats in de jaren 1616-1661.
Voor de goederen in Vlaanderen en aangrenzend West-Brabant werd dit herhaald door Judocus de Deken jr. uit Asse in de jaren 1740-1755. Die mooie perkamenten en papieren kaarten raakten verspreid en worden vandaag bewaard in diverse archieven (Gent, Mechelen, Heverlee).
Waar voor de meeste abdijen zoals Affligem, Zwijveke (Dendermonde) en Geraardsbergen wel een ‘Caertboeck’ bewaard bleef, was dit voor de abdij van Ninove niet het geval. Die historische ‘lacune’ wordt nu ingevuld door Jaak Ockeley, doctor in de geschiedenis, die de domeinkaarten uit de verschillende archiefdepots verzamelde en die koppelde aan de bijbehorende legger.
Op die manier krijgen we een overzicht van de gekarteerde abdijgoederen uit de 17de-18de eeuw. De Ninoofse abdijkaarten bieden bovendien interessant vergelijkingsmateriaal met de kaarten van Ferraris (ca. 1775), met de kaarten van het Hollandse kadaster, de Poppkaarten (ca. 1860) en met de militaire kaarten uit de 20ste eeuw. Voor de reconstructie van het landschap zijn die abdijkaarten zelfs onmisbaar.
De uitgave van de goederenkaarten van de abdij van Ninove past binnen het project dat het provinciebestuur in samenwerking met het Algemeen Rijksarchief ontwikkelde met betrekking tot de Oost-Vlaamse landboeken.
Het boek vat aan met een bondige geschiedenis van de abdij waarna de vorming, de evolutie, de samenstelling en het beheer van het kloosterdomein aan bod komt. Vervolgens gaat de auteur dieper in op de kartering en volgt een kritische evaluatie van de kaarten. Een glossarium van tot nu bekende kaarten samen met de bijbehorende legger sluiten het boek af.
“Kaarten van de abdij van Ninove 1616-1781” is een uitgave van het Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, telt 392 blz. met talrijke illustraties en kost 45 euro (excl.verzendingskosten). Meer info: www.oost-vlaanderen.be.