Via het nieuwe ‘Strategisch Project Leve(n)de Woluwe’, dat zopas officieel werd opgestart, engageren verschillende partners zich om de riviervallei terug in ere te herstellen. “We willen de Woluwe terug zichtbaar maken.”
Ten noordoosten van Brussel wurmt de Woluwe zich door het meest dense infrastructuurnetwerk van heel Vlaanderen. De Woluwe werd grotendeels onder de grond ingebouwd, in lagergelegen ingebuisde waterlopen. De rivier en de zijlopen verdwenen zo uit het landschap.
Via het nieuwe Strategisch Project Leve(n)de Woluwe engageren Vlaamse administraties over provincie tot gemeenten: allemaal zullen ze bijdragen tot een gezamenlijke visie én een uitvoeringsprogramma om die plannen voor het valleigebied in de praktijk om te zetten. Alle partners bevestigden dit engagement tot nauwe samenwerking met de officiële ondertekening op de Dijle-Zennedag in de Woluwevallei.
“Door onze krachten op het terrein te bundelen verhogen we de leefbaarheid in de Vlaamse Rand voor mens en dier”, licht Jan Spooren, gouverneur van Vlaams-Brabant en voorzitter van het bekkenbestuur van het Dijle-Zennebekken, toe. “Een klimaatrobuust, duurzaam en gezond watersysteem, dat kan omgaan met zowel wateroverlast als droogte, en zorgt voor een kwalitatieve, aangename leefomgeving, kan immers pas gerealiseerd worden als iedereen meewerkt. Door de inspanningen van de laatste jaren is de waterkwaliteit al fel verbeterd. Integraal waterbeleid is een zaak van iedereen.”
Margot De Groote, projectcoördinator Leve(n)de Woluwe: “Heel wat inwoners zijn vergeten dat de Woluwe een rivier is. Door de Woluwe opnieuw bovengronds te brengen en te verbinden met de natuur, willen we een aaneengesloten groenblauw netwerk realiseren. Zo maken we de Woluwe terug zichtbaar voor de inwoners en brengen we de mensen opnieuw samen rondom hun rivier.”
Vlaanderen investeert via het Departement Omgeving jaarlijks 100.000 euro in het coördinatieproject en dit voor een periode van 3 jaar. De Vlaamse Milieumaatschappij en de gemeenten Kraainem, Machelen, Steenokkerzeel, Vilvoorde, Wezembeek-Oppem en Zaventem co-financieren. De coördinatie van het project gebeurt door Regionaal Landschap Brabantse Kouters.