De stad heeft een bijzondere honderdjarige gehuldigd. Alida de Voogd van der Straaten werd geboren in Indonesië en kende een op zijn zachtst gezegd boeiende levensloop.
Zo zat ze tijdens WO II in een Japans interneringskamp. Vandaag is de vrouw ondanks haar 100 lentes nog steeds zeer kloek en koestert ze nog grote plannen.
‘Ik zou graag nog eens op bezoek gaan bij vrienden in Zuid-Afrika. Dat moet zeker nog kunnen’, lacht Alida.
Alida Barbara de Voogd van der Straaten blies afgelopen vrijdag honderd kaarsjes uit. Ze werd geboren en groeide op in Indonesië.
‘Indonesië was in die tijd een Nederlandse kolonie’, vertelt ze. ‘Ik had er een heerlijke jeugd. Het was echt mijn vaderland.’ Alida was er ook een begenadigde tennisspeelster. ‘Ik ben als volwassene nog lang blijven spelen. Rond mijn tachtigste heb ik het nog eens geprobeerd maar mijn rechterarm wilde niet meer mee…’
In Indonesië maakte ze echter ook de gruwel van de Tweede Wereldoorlog mee.
‘Mijn moeder en ik hebben meer dan drie jaar in een vrouwenkamp gevangen gezeten, meer bepaald van 1942 tot 1945. De levensomstandigheden waren vreselijk. We zaten op elkaar gepakt, sliepen op de grond en leden honger. Het krioelde ook van het ongedierte en geregeld werd je afgeranseld door de Japanse soldaten.’
De impact van de oorlog was enorm. ‘Tijdens het verblijf in dat kamp vroeg één van mijn beste vriendinnen op haar sterfbed om voor haar twee kinderen te zorgen. Ik heb dat met veel liefde heeft gedaan. Na de oorlog ging ik direct op zoek naar de vader van die kinderen om tot de conclusie te komen dat ook hij de oorlog niet had overleefd…’
Terwijl Alida voor de kinderen zorgde, bleef ze zoeken naar hun overlevende familie. Die vond ze in Nederland. Een tante nam de zorg van de kinderen over, zodat ze bij hun familie konden opgroeien.
Alida trouwde in Indonesië met een Nederlander. ‘Ik maakte mijn trouwjurk zelf van een super klein stukje stof dat ik doorheen de hele oorlog bij mij had weten te verstoppen. Uiteindelijk keerden we terug naar Nederland waar we twee dochters kregen.’
Later verhuisden Alida en haar man naar Australië. ‘Na een aantal jaren waren we verplicht om terug naar Europa te komen omwille van de gezondheid van onze jongste dochter. Jammer genoeg is ze gestorven toen ze 11 was…’
Alida’s dochter Marijke en haar man verhuisden naar België om hier te studeren en bleven er uiteindelijk ook wonen. Toen Alida’s echtgenoot 29 jaar geleden overleed, verbouwden ze hun huis zodat Alida in België kon komen bijwonen.
Vandaag woont ze nog steeds in haar eigen appartementje dat 29 jaar geleden werd bijgebouwd. Kleinkinderen, achterkleinkinderen, familie, vrienden en kennissen: iedereen is verzot op de oma. Er zijn ook enorm veel andere mensen die haar gewoon ‘oma’ noemen.
Taarten en cakes bakken is één van haar favoriete bezigheden. De achterkleinkinderen die haar ‘Granny’ noemen zijn verzot op haar ‘Granny-koek’, een soort van kruidencake.
‘Wat ik het echter het allerliefste doe, is naaien’, zegt Alida nog. ‘Bloesjes voor mijn dochter of verstelwerkjes voor mijn kleinkinderen of achterkleinkinderen: het is mijn lust en mijn leven.’