PVDA+ heeft met Jan Dereymaeker een opvallende naam op haar Kamerlijst gestrikt. Dereymaeker was eerst 20 jaar vakbondsafgevaardigde en arbeider bij Renault in Vilvoorde.
De afgelopen 12 jaar was hij als vakbondssecretaris voor het LBC herhaaldelijk betrokken bij sociale conflicten in luchthavenbedrijven. ‘We moet durven een vuist maken’, klinkt het.
Jan Dereymaeker staat op de zevende plaats van de federale Kamerlijst van PVDA+. Recent kwam de vakbondsman hij nog in het nieuws naar aanleiding van de sociale onrust in de DHL-vestiging in Grimbergen over de verhuis van enkele afdelingen naar Bornem en Diegem. Sinds 7 april is hij echter met brugpensioen. Net als 13 andere vakbondsvertegenwoordigers kiest hij voor PVDA+. Toch niet vanzelfsprekend met een LBC-achtergrond.
’10 jaar geleden was dit inderdaad ‘not done’’, legt hij uit. ‘Niet iedereen staat te juichen maar ik krijg toch ook de reactie dat veel standpunten dicht bij de vakbonden staan. Daarbij komt dat PVDA een stuk is opgeschoven. Het is geen communistische partij meer.’
Zijn motieven zijn duidelijk. ‘Ik heb vooral gezien dat de politiek weinig tegen sluitingen in te brengen heeft. Dat was het geval bij Renault, bij Sabena en ook bij Ford Genk. Ik heb beroepsmatig zoveel stakingen en herstructureringen meegemaakt. Ook veel die de pers niet halen.’
‘Ik bedoel maar: ik ben met brugpensioen kunnen gaan met een ‘dankuwel’ maar er zijn zoveel werknemers die in de plaats een stamp onder hun gat krijgen. Sinds de crisis in 2008 is logebarsten leven zoveel mensen in angst.’
Ongebreidelde flexibiliteit
De laatste 12 jaar heeft Dereymaeker vooral op en rond de luchthaven gewerkt.
‘Ik heb daar de ongebreidelde flexibiliteit leren kennen: weekendwerk, uurroosters, splitshifts, contracten van bepaalde duur, halftijdse jobs, interimarbeid, noem maar op. Mensen kunnen geen plannen meer maken en dat heeft zijn weerslag op hun sociaal leven. En dat in combinatie met werkonzekerheid en de hoge werkdruk.’
‘Je merkt gewoon dat er op de luchthaven sinds het failliet van Sabena heel veel veranderd is. In de haven is er een speciaal statuut voor de arbeiders maar een luchthavenstatuut is er niet. Bijgevolg: niemand staat sterk en mensen vallen door de mazen van het net.’
‘De luchthaven is een tewerkstellingspool maar niemand is nog zeker van zijn job. Dat gaat misschien op voor de gehele maatschappij maar wordt nog scherper aangevoeld op de luchthaven. Ik volgde als secretaris bedrijven van Ternat tot Zaventem: hoe dichter bij de luchthaven hoe hoger de spanning.’
Immense druk
Dereymaeker ziet maar een oplossing. ‘De uitbating van de luchthaven moet terug volledig in handen komen van de overheid. De huidige privé-uitbaters laten luchtvaartmaatschappijen veel meer betijen omdat het puur gaat om winst maken.’
‘Er wordt minder regulerend gewerkt, terwijl net dat die immense druk op de werknemers toch wat zou doen afnemen. Misschien is het niet realistisch in deze tijden maar het is alleszins een discussie die leeft binnen de vakbonden. Er zijn overigens voorbeelden in het buitenland die bewijzen dat het wel kan.’
Op de zevende plaats geraakt Dereymaeker nooit verkozen. ‘Maar dat is ook niet mijn bedoeling. Mijn doel is het debat lanceren en discussies voeren zodat mensen standpunten innemen.
‘Durven een vuist maken’, daar gaat het om. Rik Poot heeft zijn beeldhouwwerk niet enkel bedoeld voor de werknemers van Renault maar voor alle verdrukten.’