Treurnis alom bij bouwliefhebbers want wie nu nog een huis of appartement wil kopen, mag de woonbonus vergeten. Ter herinnering: de woonbonus werd toegekend als een stimulans om een huis te kopen of te bouwen en leverde gemiddeld zo’n 30.000 euro fiscaal voordeel op over een periode van, zeg maar, twintig jaar.
Dat voordeel bestaat vanaf 2020 niet meer. Moeten we nu wanhopen? Zeker niet. Laten we maar beginnen met een blijvend voordeel, waarover niemand nog een woord rept: de extreem lage intrestvoet. Die blijft vrolijk verder duren. Voor wie even wil vergelijken. De intrestvoet in 1981 bedroeg 14,50%!
Ik kon toen – als goede klant – lenen bij de ASLK (nu Paribas Fortis) aan het ‘gunsttarief’ van 12,50%. Dan zijn de huidige leningen zowat weggegeven. Wie zijn bestaande lening herfinanciert, kan van de woonbonus blijven genieten. Ook als de herfinanciering gebeurt bij een andere bank. Als doekje voor het bloeden gaan de registratierechten – de belasting op de aankoop van vastgoed – vanaf 2020 van 7 naar 6%. Voor een energiezuinige woning wordt dat zelfs 5 procent.
Dit geldt alleen voor je eigen woning. Dat is alvast geld dat je meteen uitspaart. Of de afschaffing van de woonbonus de huizen op langere termijn goedkoper zal maken, daarover raakt de vastgoedsector het niet eens. Maar één zaak is zeker: als zou blijken dat de woningmarkt de komende jaren klappen zou krijgen door de afschaffing van de woonbonus, mag je er donder op zeggen dat er wel iets vergelijkbaars uit de bus zal komen.