De gemeente heeft de werken aan basisschool De Leertuin stilgelegd. Dat gebeurde nadat een heel aantal gebreken werden vastgesteld bij de ruwbouw voor twee nieuw klassen. Omdat de klassen niet meer voor 1 september zullen voltooid raken, zal men containerklassen moeten inzetten voor de overvolle school.
De werken voor de nieuwbouw van gemeentelijke basisschool De Leertuin gingen een zestal weken terug van start. Er zouden twee nieuwe klaslokalen bijkomen om het capaciteitsprobleem van de nu al overvolle basisschool op te vangen.
De werken liggen echter sinds kort stil. De gemeente heeft de bouw laten stilleggen nadat een heel aantal gebreken werden vastgesteld.
‘De vloerplaat waarop het gebouw moet rusten, is bijvoorbeeld niet conform’, legt schepen van Openbare Werken Paul Van Doorslaer (N-VA) uit. ‘Uit steekproeven blijkt dat het beton niet dik genoeg is. Ook de isolatie is niet goed geplaatst. Verder werd ook een verkeerde aansluiting met de riool gemaakt.’
In gebreke gesteld
De aannemer werd in gebreke gesteld. ‘Ofwel erkent hij de fouten en moet alles worden afgebroken en opnieuw gebouwd. Ofwel komt er een gerechtelijke procedure van. Feit is dat de klassen die normaal op 1 september klaar zouden zijn pas rond Nieuwjaar in gebruik zullen kunnen worden genomen.’
‘En dan is het eerst nog afwachten of die gerechtelijke procedure er al of niet komt. We zullen alleszins en noodoplossing moeten voorzien onder de vorm van containerklassen.’
Van Doorslaer weerlegt dat de gemeente misschien beter op de werken had moeten toezien.
‘Wij vinden dat de architect zijn werk niet heeft gedaan als toezichter. Daardoor is dit nu pas allemaal aan de oppervlakte gekomen. Het is onze ingenieur die alles heeft ontdekt, te laat helaas. Feit is dat wij als gemeente steeds voor de goedkoopste moeten gaan in de aanbestedingsprocedure.’
‘Dat is niet logisch want de laagste prijs biedt uiteraard geen garantie op kwaliteit. Gemeenten zouden criteria als kwaliteit en degelijkheid van het afgeleverde werk moeten kunnen beoordelen voor elke aannemer waarmee ze werken. Dan zouden andere besturen daarmee rekening kunnen houden.’