Carl Schmitz (46) is al sinds de start van Q-Music, toch al weer twaalf jaar geleden, de ‘huisstem’ van Vlaanderen’s grootste commerciële radiozender. Naast zijn eigen dagelijkse radioshow tussen 14 en 16 uur, tekent hij voor nogal wat productiewerk en is hij de stem van alle promo’s – de wedstrijden, de speciale uitzendingen – voor Q-Music.
Weinigen weten dat Carl Schmitz intussen al dertig jaar meedraait in de radiowereld.
Carl Schmitz: ‘Klopt. Weliswaar pas de laatste vijftien jaar echt professioneel. Radio was eerst jarenlang puur een hobby, in het toen nog florerende circuit van de vrije radio. Ik wist al op mijn twaalfde, toen ik een radio had gekregen, dat ik dit heel graag wilde doen. Toen ze me in het PMS, in het zesde studiejaar, vroegen wat ik wilde worden, zei ik: radioman. Maar daar kun je niet voor studeren, was hun antwoord. Ja maar, ik wil deejayen, platen aan- en afkondigen, hitradio, popradio maken. Die man hoorde het in Keulen donderen, want er was toen in Vlaanderen nog bijna niets op dat gebied.’
Vlaanderen heeft dan ook zeer lang moeten wachten op commerciële radio.
‘Echt commerciële radio bestaat in Vlaanderen pas sinds 2001. Dat is veel later dan ikzelf had gedacht. Ik zag in de jaren ’80 en ’90 de evoluties in het radiolandschap in de ons omringende landen, dus ik wist dat het er vroeg of laat ook in Vlaanderen wel moest van komen. Ik hoopte dat het al begin jaren ’90 mogelijk zou geweest zijn, maar het heeft dan nog tien jaar geduurd.’
Hoe ben je in dit huis beland?
‘In 1998 was ik binnen VMMa al betrokken bij de opstart van Topradio en Radio Mango. Dat waren de eerste vingeroefeningen op vlak van radio die VTM nodig had in de aanloop naar wat uiteindelijk Q-Music zou worden. Toen ik nadien het aanbod kreeg om voor een echt nationale zender te werken, was de keuze snel gemaakt. Dat was immers al jaren mijn grote droom. Ik schrik er van dat het intussen ook al vijftien jaar geleden is. Er is sindsdien al veel veranderd.’
Was die opstap een serieuze aanpassing?
‘In het begin schrik je toch wel even van de impact van je uitspraken als je op een radio zit met honderdduizenden luisteraars. Gekruide commentaren, waar je vroeger op een lokale radio gemakkelijk wel mee weg kon, zorgden plots voor deining als je ze voor een groter publiek deed. Zo kondigde ik in die beginjaren eens een interview aan met Tanja Dexters bij een collega. Ze had toen net een plaatje uit, dat ik zelf niet zo oké vond, dus zei ik: ‘ze mag alles doen, behalve zingen’. Haar manager kon daar niet mee lachen. Dat is achteraf wel bijgelegd, hoor.’
Als radioman blijf je qua bekendheid zo net onder de radar.
‘Gelukkig maar, want beroemd zijn is nu wel het laatste wat ik wil. Q-Music is bovendien een team. Elk team heeft zijn spitsen. Die verdienen het om in de aandacht te staan. Ik beschouw mezelf binnen het team als de linksback: laat ze maar komen, ik blok wel af. Sinds radio wat meer ‘visual’ is geworden – met Q-Music op kanaal 39 op tv – word ik wel iets vaker herkend. Maar zo net onder de radar is prettig toeven. Je kunt er heel toffe dingen doen én je gaat langer mee.’
Ja, want intussen ben je wel de senior van Q-ploeg
‘Bij Q ben ik de oudste, ja, maar een radioploeg heeft dan ook een goede mix nodig van ervaring en jong bruisend talent. Twee jaar geleden is er een verjonging doorgevoerd en dat moest ook. Je maakt geen hitradio met alleen maar mannen van 46, maar ook niet met enkel jonge gasten.’
Hoe spontaan is radio nog vandaag?
‘Oh, nog heel spontaan, hoor. Mijn interventies zijn nooit uitgeschreven, zoals bij sommige radiomakers. Door de technische evolutie is de handeling in de studio vandaag veel eenvoudiger. Je hebt als dj meer tijd dan vroeger om je echt te focussen op wat je gaat zeggen. Ik absorbeer wel vooraf mijn programma, maar ik hou tijdens de show steeds mijn oren en ogen open voor wat er gebeurt. Luisteraars moeten voelen dat daar een echte mens zit, die persoonlijk tegen hen praat en die connecteert. Het is ‘one to one’. Ik beeld me steeds die ene perfecte luisteraar in, tegen wie ik het heb. Ook via de sociale media is de inspraak en de interactie met de luisteraar vandaag groter dan ooit. Al blijft het in de eerste plaats entertainment, met een lach en een traan. De dagelijkse uitdaging aan muziekprogramma’s, en daar reken ik mijn programma bij, is om met veel muziek en weinig woord toch zo veel mogelijk te doen.’
Staat het medium radio onder druk?
‘Radio is een tijdloos medium. Het is nog niet doorspoelbaar, het is snel en interactief. Het is een prachtige drager van muziek. Mijn beeld op radio wordt zelfs positiever met de jaren. Technisch zal het nog evolueren en de huidige FM zal er op termijn wellicht uitgaan. Maar de basis van radio zal altijd blijven, daar ben ik van overtuigd.
Een levenslange radiocarrière, daarin had Vlaanderen, in tegenstelling tot het buitenland, nog geen traditie. Zie je je dit blijven doen?
‘Oh ja, ik hoop echt wel oud te worden in het radiovak. Tenzij ik doof zou worden of er totaal geen zin meer zou in hebben. Maar ik denk wel dat je dit nu gerust tot op hoge leeftijd kunt doen.’