Jan Van Hoeck, alias ‘Jean Brasil’, is vandaag – nog meer dan anders – alomtegenwoordig in café Ons Goe Gedacht in Grimbergen. Nochtans overleed de guitige avonturier drie jaar geleden op 51-jarige leeftijd. Cafébazin Rina had haar broer bijna 20 jaar niet gezien toen hij in 2011 terugkeerde uit Brazilië. Jean leed echter aan amandelkanker en overleed uiteindelijk op 24 mei 2013.
“Het waren twee ongelooflijk heftige jaren”, zegt Rina. Vandaag gaat ze traditiegetrouw een attentie afgeven in het UZ Brussel, als dank voor de goede zorgen.
“Hij is hier toegekomen op 23 mei 2011”, vertelt Rina alsof het gisteren was. “Ik had niks meer van hem gehoord sinds 1993. Hij is toen gewoon van de ene dag op de andere vertrokken. Meneer ging de wereld veroveren. Op 20 september 2010 kreeg ik bericht van een vriendin dat Jan ziek was. Hij had zich intussen in Brazilië ‘gesetteld’.”
Na verschillende pogingen tot contactname, werd uiteindelijk afgesproken dat Jan naar Humbeek op vakantie zou komen.
“Het was natuurlijk heel raar om hem na al die jaren terug te zien. Zijn plotse vertrek had toch diepe sporen nagelaten. Ik had mij dan ook voorgenomen dat ik nooit iets voor hem zou doen. Maar vrijwel meteen toen ik hem zag was dat verdwenen. Omdat hij jarenlang enkel nog Portugees had gesproken sprak hij wel bijna geen Nederlands meer. Hij kraamde zelfs omgekeerde zinnen uit.”
Jan had een gezwel aan de amandelen. “We zijn vrijwel meteen naar het UZ Brussel getrokken. En daarna zijn we elke twee weken blijven gaan voor chemo.”
In het ziekenhuis was Jean een regelrechte vedette. “Hij lag op eenheid 34, in de ‘kelder’ zoals wij het noemden. Tegen iedereen die hij tegenkwam zei hij goeiendag. Vaak ruilde hij zijn eten met iemand van de schoonmaaksters voor een blikje bier. Ik heb er zelfs nog een aantal, als herinnering aan hem. Bij elk ziekenhuisbezoek kocht hij in het winkeltje ook een van die spreuken die op een magnetisch steentje staan. Die hebben nu een prominente plaats aan onze keukenmuur.”
Wat een vakantie was in oorsprong werd algauw een definitief verblijf. Nochtans zag het er aanvankelijk goed uit. “Hij is nog drie keer naar Brazilië teruggekeerd op vakantie, waaronder één keer met mijn man.”
“Ongelooflijk wat ik daar heb gezien en meegemaakt”, pikt Benny Januarius in. “Zaken die je als gewone toerist niet te zien krijgt. Maar hij was daar thuis en hij kende iedereen. Hij woonde en leefde daar in de stad Paraty. Daar zijn we met hem naar de favella’s geweest. Waar ze soms zomaar een geweer op tafel leggen (lacht). Maar met Jean was dat allemaal geen probleem. Hij sprak Portugees en ook het plaatselijke dialect. Hij was een avonturier met een hart van goud. Alles wat hij had, gaf hij ook weg. Hij werd er dan ook op handen gedragen.”
Samen met Rina ontfermde Benny zich tot het bittere einde over Jan. “Ik heb hem zes maanden verzorgd, gewassen, morfinepleisters gezet en inspuitingen gegeven. Dat was allemaal heel heftig. Hij is altijd positief gebleven. Zijn gezwel is ginder mismeesterd in Brazilië. Anders was dat hier perfect te genezen geweest.”
“Hij heeft nooit gedacht dat hij ging sterven”, gaat Rina verder. “Hij ging ervan uit dat hij nog naar Brazilië terug zou keren. Tot op het laatst is hij hier thuis bij ons gebleven. Hij woog maar 30 kilogram meer. De morfinepleisters hadden ook geen effect meer. Hij is op een morgen rechtgestaan en gevallen. En het was gedaan.”
“Het was heel intens allemaal”, klinkt het geëmotioneerd. “Vooral omdat het opeens van niks naar alles was gegaan. En nu gaat dat niet meer weg… Ik denk alle dagen aan hem. Het was een deugniet met een goed hart. Mijn broer was ook heel dankbaar voor wat ik voor hem deed. Duizend keer per dag zei hij ‘merci’.”
Omdat Jean zich zo goed behandeld wist in het UZ Brussel, vroeg hij Rina om hen niet te vergeten. En dat doet ze niet. “Op zijn sterfdag ga ik naar daar. Maar ook ook op Pasen, zijn verjaardag, Sinterklaas, Kerstmis en Nieuwjaar ga ik langs. En dan breng ik bloemen of een geschenkenmand mee. Er zijn daar nog veel mensen die Jan gekend hebben. Ik geef dat af en ben weg. Maar het voelt goed en ik ga dat blijven doen.”
Rina en Benny hebben, net als hun zoon, ook een tattoo op hun onderarm om Jan te herinneren. ‘RIP Jean Brasil’ met daaronder een Braziliaanse vlag. De geest van Jean Brasil hangt dan ook nog in het café. Op een bord staat zijn niet mis te verstane boodschap aan iedereen: “Ook al ben ik er niet meer, geniet van jullie samenzijn en doe zo voort.”