Uitbater In de Kroon: 'Boeken toe als er niets verandert'

De zogenaamde witte kassa in de horeca werkt niet. Tot dat besluit komt Bruno Spaens, sinds 1,5 jaar uitbater van ‘In de Kroon’ op het Kerkplein in Grimbergen en sinds dag 1 gebruiker van de geregistreerde kassa.

‘Het lukt niet om op deze manier rendabel te werken in het huidige horecaklimaat.’ Het voorbije jaar uitte zich dat in een verlies van 110.000 euro. ‘Als er de komende vijf maanden niets verandert, ga ik failliet’, klinkt het veelzeggend.

Ho.Re.Ca Vlaanderen organiseerde deze week samen met zijn zusterverenigingen uit Brussel en Wallonië een nationale actie in Brussel. De compensatiemaatregelen die de federale regering neemt rond de witte kassa zijn onvoldoende, luidt het.

Ook Bruno Spaens van brasserie ‘In de Kroon’ luidt de alarmbel. Hij werkt sinds dag 1 met de witte kassa. ‘Wij kunnen en mogen zeggen dat het niet lukt om rendabel te werken in het huidige horecaklimaat’, zegt de uitbater.

‘Ook wij willen een 100% transparante sector zonder cowboys. Maar de politiek moet ons dan wel een kans geven…’

‘Als lid van de commissie Blackbox in de horecafederatie wilde ik een en ander uittestten. Zodat ik tenminste weet waarover ik spreek én zelf kan ondervinden of het doenbaar is. Ik zou ook de gevolgen kunnen inschatten voor mijn andere zaak in Grimbergen (brasserie ’s Gravenmolen, red.).’

De conclusie is rampzalig. ‘Als je dit boekhoudkundig bekijkt, was ik als jonge starter al failliet gegaan. Wij hebben een verlies geboekt van 110.000 euro. Als je niet bij de bank terecht kunt of op eigen middelen kunt steunen om deze put dicht te rijden is het gedaan. Gelukkig kunnen we nog terugvallen op onze andere zaak…’

Het eerste probleem waarop zaakvoerders botsen is dat de RSZ-gunstmaatregelen die hen worden voorgehouden als ‘lokmiddel’ voor de witte kassa niet cumuleerbaar zijn met andere voordelen. ‘Je moet kiezen en dat komt neer op een kat in een zak kopen.’

Het hete hangijzer is echter het personeel en de overuren. ‘Bedoeling is dat we naar contracten van 38 u/per week gaan. Maar 38 uur, dat is twee keer niks in de horeca. Je komt makkelijk aan 48, 50 of 52 uur. Ook het personeel vindt dat maar niks. Mensen in de horeca willen een korte periode hard werken zodat ze veel kunnen verdienen.’

Om een en ander op te vangen wordt duchtig gesleuteld aan de openingsuren. ‘In het begin waren wij 7 op 7 open. Dat is nu nog 5 op 7. Nog steeds van 11 tot 23 uur maar willen we rendabel worden moet dat ook nog aangepast worden. We zijn intussen ook al van 9 naar 6 personeelsleden gegaan.’

Er is wel de mogelijkheid om extra’s nemen om die overblijvende uren op te vangen. ‘Maar het is één grote praktische en administratieve rompslomp om mensen te vinden die kunnen en willen werken op de juiste uren. Dat is niet werkbaar. Het vaste personeel zelf wil die uren opvullen. Dus vragen wij aan de regering: kom met een praktisch werkbare regeling.’

Alles ligt intussen stil in de horeca door de angst voor de witte kassa, volgens Spaens. ‘Er worden geen investeringen meer gepland en niemand sponsort nog verenigingen. Als het wordt ingevoerd zoals het is goedgekeurd dan is het ook gedaan met de Belgische eetcultuur zoals we hem kennen. Hier kan je nog om het even welk uur een brasserie om de hoek binnenstappen en eten. Dat zal niet meer kunnen. De vraag is dus waar de regering naartoe wil.’

‘Ik zou mijn prijzen met 25 procent moeten verhogen om mijn kosten in evenwicht te krijgen’, vervolgt Spaens.

‘Maar dat kan ik uiteraard niet want dan komt er geen kat meer. Sociale uitbuiting kan niet en de cowboys moeten eruit. Maar laat wie 50 uur wil werken dat toe en kom met een systeem waarbij overuren forfaitair belast worden. Er zijn een stuk of drie voorstellen in omloop. Hopelijk komt er iets uit. Want als dit binnen vijf maanden niet verandert dan moeten we de boeken sluiten. De tweede zaak kan dit niet blijven dragen.’  

Populair in editie Vilvoorde-Grimbergen-Meise