Afrit Kattebroek opnieuw open op 1 juni

In de vroege ochtend van 1 juni gaat het op- en afrittencomplex nr. 12 van de Brusselse ring (R0) opnieuw open, na een testperiode van twee maand.

Het complex, bekend als de afrit ‘Kattebroek’, bevindt zich in een zone waar drie op- en afrittencomplexen (nr. 11 Sint-Agatha-Berchem, nr. 12 Kattebroek en nr. 13 Dilbeek) elkaar over minder dan drie kilometer opvolgen.

Het Agentschap Wegen en Verkeer wou met de proefopstelling nagaan hoe de afsluiting van het complex de verkeersstromen op en rond de ring zou beïnvloeden. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de verkeersstromen op dit stuk van de ring ordelijker worden en in de omgeving van het complex het sluipverkeer terug te dringen.

De proefopstelling is daarom ook een deel van het mobiliteitsplan van de gemeente Dilbeek, dat momenteel in ‘onderzoeksfase’ verkeert.

Resultaten in september

Wegen en Verkeer en de gemeentebesturen van Dilbeek en Sint-Agatha-Berchem verzamelden voor en tijdens de afsluiting telgegevens op de ring, de Ninoofsesteenweg (N8) en heel wat lokale wegen in de omgeving, om te onderzoeken wat de impact van deze ingreep is op de verkeersstromen in de ruimere omgeving.

In juni komen de laatste telgegevens binnen en in de loop van september worden de resultaten van het onderzoek voorgesteld.

Geen nieuw plan

Het plan om complex nr. 12 van de ring af te sluiten is niet nieuw. Het ruimtelijk structuurplan van de gemeente Dilbeek, dat in 2010 werd goedgekeurd door het toenmalige bestuur, ging al uit van een afsluiting.

‘We beseffen dat deze verandering in de verkeerssituatie veel mensen geraakt heeft in hun dagelijkse routine en dat veel mensen er hinder van ondervonden hebben, maar deze proefopstelling kadert in een ruimer plan waarmee we de verkeersveiligheid en de leefbaarheid in het centrum willen verbeteren’, zegt de Dilbeekse schepen van Mobiliteit Stijn Quaghebeur (N-VA).

‘We gaan doordacht te werk daarbij: als alle tellingen gebeurd zijn, zullen we een objectief beeld hebben van de verkeersstromen in de ruimere omgeving. Er komen ook inspraakmomenten waar niet alleen politieke fracties en adviesraden, maar ook bewoners bij betrokken zullen worden.”

‘Weefbewegingen’ niet veilig

Voor Wegen en Verkeer is de huidige situatie, met drie afritten op een afstand van minder dan drie kilometer, niet ideaal.

‘Doordat de drie op- en afritten elkaar zo snel opvolgen, krijg je weefbewegingen van in- en uitvoegend verkeer, en dat is niet bevorderlijk voor de veiligheid op de snelweg’, zegt Anton De Coster van Wegen en Verkeer.

‘Daarbij komt dat het complex 12 ook niet aansluit op een gewestweg, maar op lokale wegen die niet bestemd zijn voor doorgaand verkeer. Het gevolg is dat er veel sluipverkeer rijdt in de woonstraten rondom het op- en afrittencomplex, en dat is niet goed voor de verkeersveiligheid en de leefbaarheid van dat gebied.’

Inspraakmomenten

De gemeenteraad van Dilbeek keurde al in september vorig jaar het participatietraject goed dat de opmaak van het definitieve mobiliteitsplan moet begeleiden. Dit plan heeft niet enkel betrekking op afrit 12 maar is ook van belang voor de omgeving van de op- en afrittencomplexen, de lokale wegen en woonstraten van de gemeente Dilbeek.

Het uitgangspunt van de inspraakmomenten wordt het rapport waarin de resultaten van de tellingen worden toegelicht en waarin een aantal voorstellen voor oplossingsscenario’s zullen gedaan worden. Die voorstellen gaan niet alleen over het al dan niet afsluiten van het op- en afrittencomplex 12, ook over ingrepen en veranderingen op andere (lokale) wegen met betrekking tot parkeren, zwaar vervoer, fietsnetwerken en openbaar vervoer.

Nog geen uitsluitsel

De vraag of het op- en afrittencomplex definitief wordt afgesloten blijft dus nog even open.

‘Wij willen het nieuwe mobiliteitsplan afwerken tegen het voorjaar van 2016’, aldus Quaghebeur. ‘In dat plan moet er ook duidelijkheid zijn over de toekomst van het complex 12 en de andere mobiliteitsmaatregelen die we zullen nemen om de verkeersveiligheid en leefbaarheid in de gemeente te verbeteren.’