In het Pivo-domein in Relegem kunnen Voyageurs, Manoesjen en Roms vanaf morgen terecht op een nieuw doortrekkersterrein, na Huizingen nog maar het tweede in onze provincie. De tien staanplaatsen zijn al vanaf de eerste dag volgeboekt.
Het is alweer twaalf jaar geleden dat voor het eerst melding werd gemaakt van de mogelijke komst van een doortrekkersterrein naar Relegem. De provincies kregen van de Vlaamse regering de opdracht om in elke provincie vier terreinen uit te rusten voor zogenaamde ‘doortrekkers’.
Dat is een Vlaamse bevolkingsgroep van zo’n duizend vrij diverse families – samen ongeveer 2.500 mensen – die van oudsher met hun woonwagens van plek naar plek trekken. Ze krijgen vaak de denigrerende term “zigeuners” opgeplakt, maar lang niet alle woonwagenbewoners zijn zigeuners.
“Voyageurs hebben meestal een verre Ierse en Britse afkomst. Manoesjen en Roms – niet te verwarren met de Roma – hebben wel een zigeunerachtergrond en komen oorspronkelijk uit India, maar ook zij wonen intussen al honderden jaren in ons land, de Manoesjen zelfs al sinds de 15de eeuw. Zij hebben steeds hun rondtrekkende levenswijze behouden en hun woonvorm is ook officieel erkend in de Vlaamse Wooncode”, zegt gedeputeerde Tie Roefs (Groen).
Dit maar te zeggen dat over “zigeuners” veel misverstanden en vooroordelen blijven bestaan, reden ook waarom er ruim tien jaar overging tussen intentie en realisatie van het doortrekkersterrein in Asse.
Een inplanting langs de kant van de Poverstraat werd destijds afgeschoten door gemeente en bewoners, zodat uiteindelijk werd geopteerd voor een afgelegen perceel achter Bomaco, aan het andere uiteinde van het Pivo-domein. Om het contact met de plaatselijke bevolking tot een minimum te beperken werd zelfs een aparte toegangsweg aangelegd, die via de industriezone Doornveld onmiddellijk aansluit op de Pontbeek.
Meteen volzet
In Relegem gaat het om 10 staanplaatsen van 10 op 30 meter en elk voorzien van elektriciteit en water. Samen met de 15 staanplaatsen die al tien jaar in Huizingen in gebruik zijn blijft het dus een druppel op een hete plaat, want ook de andere Vlaamse provincies zijn nog maar halfweg in hun opdracht.
“De staanplaatsen zijn dan ook al vanaf de eerste dag volzet. In dat gesloten wereldje gaat dat uiteraard snel rond”, zegt Erik Van den Begin, coördinator van het Pivo. “Regel is dat ze maximum drie weken mogen blijven. Ze kunnen jaarlijks wel tot vijf keer op dezelfde plaats komen, maar niet aaneensluitend. Ze betalen zes euro per dag voor de toegang tot water en stroom – het verbruik wordt apart afgerekend – en in het centrale paviljoen zijn wc’s en douches. De woonwagens kunnen enkel op en van het terrein in afspraak met de halftijdse parkwachter. Ze moeten zich ook houden aan het huishoudelijke reglement.”
“Uit de jarenlange ervaring die we intussen hebben dankzij Huizingen weten we dat dit voor weinig of geen problemen zorgt”, zegt gedeputeerde Tom Dehaene (CD&V), bevoegd voor het Pivo. “We kennen de mensen die hier komen en weten hoe we goede afspraken kunnen maken. De violen zijn gestemd.”
De investering bedraagt één miljoen euro, waarvan 90 procent door Vlaanderen werd betaald.