Het parket van Halle-Vilvoorde reageert hoopvol op de beloofde komst van bijhuizen van het Brusselse justitiehuis in Asse, Vilvoorde en Halle.
Het Brusselse justitiehuis zorgt voor de opvolging van de strafuitvoering en opvang van slachtoffers, maar behandelt tevens de dossiers waarvoor het parket een “strafbemiddeling” voorzien.
“Sinds de oprichting van het parket van Halle-Vilvoorde werden er 402 dossiers naar het justitiehuis gestuurd voor een strafbemiddeling”, zegt parketwoordvoerder Gilles Blondeau.
“Het gaat om 249 dossiers in 2014, 371 in 2015 en in 2016 momenteel al 31. Jammer genoeg kon deze instroom niet adequaat opgevangen worden, door de structurele onderbezetting van het Brusselse justitiehuis. Gemiddeld duurt het zo’n 123 dagen vooraleer het justitiehuis na ontvangst van een dossier, een justitie-assistent kan aanstellen, en vanaf de aanstelling tot het afsluiten van het dossier duurt het gemiddeld nog zo’n 265 dagen.”
“Door het personeelstekort neemt de wachttijd wekelijks toe. Zo zijn er dossiers die nu al een jaar bij het justitiehuis liggen, waarvoor zelfs nog geen justitie-assistent kon worden aangesteld. Op dit ogenblik staan er 197 dossiers in wacht. In 146 van deze wachtende dossiers heeft het parket in overleg met het justitiehuis beslist om niet verder te gaan met de strafbemiddeling, om het wachtlijstprobleem te helpen oplossen.”
“In de dossiers die wel nog worden behandeld, wordt het overleg tussen verdachte en slachtoffer, toch essentieel in een bemiddeling, vaak niet meer voorzien om tijd te winnen. Een dienstverlening, opleiding of therapie vergt maar één gesprek met de dader, voor de uitwerking wordt beroep gedaan op externe partners, zodat dit veel sneller verloopt dan een overleg tussen de partijen.”
Het parket van Halle-Vilvoorde kijkt dus uit naar een volwaardige ondersteuning van de nieuwe afdelingen van het justitiehuis in de regio Halle-Vilvoorde, “en is ervan overtuigd dat de Vlaamse Overheid deze belangrijke partner de middelen zal toebedelen die hij nodig heeft om zijn optimale werking in de toekomst te verzekeren”.
Bij een strafbemiddeling zijn er vier mogelijke modaliteiten die, al dan niet gecombineerd, opgelegd kunnen worden: een overleg tussen verdachte en slachtoffer, een dienstverlening, een opleiding of een therapie. Het overleg speelt daarbij een centrale rol.