Wij vernemen het overlijden van Dries Van Mileghem, uitbater van Brasserie In den IJzerwinkel sinds 1987, tot de zaak in augustus vorig jaar de deuren moest sluiten. Dries (Andries) was gehuwd met Annie Michiels. Samen hebben ze een zoon en twee dochters. Dries was de zoon van Armand Van Mileghem, hoppeboer en CVP-mandataris.
Dries volgde de klassieke humaniora, omdat dat toen van thuis uit moest. Zelf had hij liever voor technische gekozen. Na zijn humaniora volgde hij via avondschool toch nog een kokopleiding. Eerst werkte Dries als kelner en kok bij Bart Rogiers, toen de chef van de Canteclaer. In 1987, amper 22 jaar, startte hij zijn café ‘In den Ijzerwinkel’, een klassiek bruin café, met de typische Bourgondische gezelligheid.
Tot 1980 was het oude maar knusse pand een halve eeuw onafgebroken een echte ijzerwinkel, uitgebaat door de twee juffrouwen De Smedt. Allebei waren het ‘oude jonge dochters’, lees ‘ongehuwde oudere dames’.
Het café-interieur verraadde dat Dries uit een notoire Assese hopboerenfamilie stamde, met prachtige uitvergrote familiefoto’s uit de rijke hopgeschiedenis van zijn geslacht. Zijn vader Armand, overleden in 2004, was al de derde generatie van de hopboerenfamilie, na grootvader Theofiel en overgrootvader Bernard.
In Den Ijzerwinkel groeide van een bruin cafeetje met wat snacks tot een volwaardige horecazaak annex restaurant met een gewaardeerde Belgische en Franse keuken. In 1995 verbouwde hij de stapelplaats naast het café tot eetzaal, samen met een nieuwe keuken. Boven kwam er een feestzaal tot 40 personen. Met de herinrichting van de Markt en het verdwijnen van de parkeerplaatsen, kwam er ook een vast terras. Voordien stonden ’s zomers gewoon wat tafels en stoelen buiten.
“Ik heb al in mijn jeugd hard gewerkt, maar ik had een onwaarschijnlijk fantastische jeugd in Waarbeek. Als kleine jongen droomde ik ervan om in de voetsporen van de familie de hopteelt verder te zetten. Het werd echter almaar minder leefbaar, zodat ik uiteindelijk voor horeca koos. Maar ik vergeet nooit die sfeer en solidariteit onder die zes hopboerderijen van Waarbeek. Iedereen hielp bij iedereen tijdens de oogst. Het eerste bier dat ik ooit dronk was oude lambiek van ’t vat. Elke hopboer had toen wel zo’n geuzevat in de kelder. Ik vond dat trouwens helemaal niet lekker, maar het hielp zeer goed tegen de dorst.”