De uitbater van het bekende paardensteakrestaurant Horse House luidt de alarmbel. “Op deze manier zullen we waarschijnlijk het einde van het jaar niet halen”, zegt Wim Cloots. “De beperkte capaciteit en de coronamaatregelen waren al moeilijk. Maar de nieuwe verstrenging en de kleinere bubbels doen ons helemaal de das om. De klanten hebben schrik en blijven gewoon weg.” Volgens Cloots zullen veel restaurants en cafés de coronacrisis niet overleven.
Het is vrijdag. Normaal een drukke dag in het smalle maar o zo authentieke paardensteakrestaurant Horse House op de Lange Molenstraat. Op de reservatielijst prijken vandaag welgeteld vier namen. Uitbater Wim Cloots zucht. “Op een normale vrijdag zijn er dat zeker 75. Deze middag ben ik zelfs dichtgebleven.”
Cloots ziet het somber in. “Het water staat bij velen aan de lippen. Om voor mezelf te spreken: een zaak die 60 jaar bestaat, die nooit in de problemen is geweest en altijd zeer goed ‘gemarcheerd’ heeft, maar nu…”
“Alles valt samen”, legt Cloots uit. “We hebben met maart, april en mei onze beste maanden van het jaar verloren. Daarna volgde de lock-down. In juni kwam dan de heropening maar dat was eigenlijk een vergiftigde cadeau. Je kan maar de helft van je al kleine capaciteit gebruiken. Het is warm weer en de mensen willen allemaal buiten zitten, ook al omdat je mekaar dan minder snel besmet. Voor restaurants zonder terras, zoals wij, wordt het dan sowieso al moeilijk.”
“De nieuwe verstrengde maatregelen doen ons echter helemaal dood. Zo lang het ging om bubbels van tien of 15 had je nog redelijk wat marge. Maar nu zit je zoals van de week met vier koppels helemaal vol. Vroeger was de afstand 1,5 meter tussen de mensen, nu tussen de tafels. Verder staat de politie hier om de vijf minuten om te controleren en klanten moeten hun naam geven maar doen dat niet graag. Dus ze komen gewoon niet meer want ook de schrik zit er ook opnieuw goed in. Iedereen belt af. De voorbije twee middagen had ik hier niemand.”
Ondertussen blijven de kredieten lopen wel. “Je kan misschien wel uitstel bekomen maar ondertussen komt er niks binnen. Die hulp van de overheid was beter dan niks maar eenmalig 4.000 euro compenseert niet de zware verliezen die je leidt in wat uw beste maanden moeten zijn. Een druppel op de hete plaat was het. Je moet stock inslagen en blijft daar mee zitten. Je komt dus in de schulden bij leveranciers. Elektriciteits-, gas- en waterrekeningen blijven intussen ook binnenkomen en dat allemaal voor ‘nougatbollen’.
“Dit kan niet blijven duren. Mijn boekhouder heeft al gebeld met de vraag of ik niet wat ‘reclame’ kan maken. Maar wat voor zin heeft dat. Mijn afhaalschotels werkten wel een beetje en dat is goed om een beetje geld op de rekening te krijgen maar meer ook niet. Ik hou mijn hart vast voor oktober, november december wat weer mijn goede maanden moeten zijn. Als ze die terug afpakken dan haal ik januari niet. Dat bestaat niet.”
Een nieuwe volledige lockdown – met overheidssteun – was volgens hem beter geweest. “Tot deze golf terug voorbij is en je kan herbeginnen op een deftige manier. Want zo kan je geen horecazaak runnen. Er gaan heel veel zaken over de kop gaan. Enkel diegene met veel plaats buiten hebben kans om te overleven. Het is hopen op een ommekeer en een vaccin. Ze spreken van de eerste gevaccineerde in januari. Maar dat is te laat. Dat overleven we niet op deze manier. En wij niet alleen. Oude gevestigde waarden zullen verdwijnen. Triest, maar realiteit.”