De kringloopwinkels kunnen de toestroom van goederen niet meer aan. Sinds het begin van de coronacrisis is iedereen massaal zolders en kelders beginnen leegmaken. Dat vertaalt zich in de verschillende brengpunten in een verdrievoudiging van de massa binnen gebrachte goederen: van 16.726 naar 44.499 kg per dag. “We kunnen niet meer volgen. Het is pompen of verzuipen.”
Er zijn niet alleen meer ‘leveranciers’ maar die brengen ook gemiddeld meer gewicht aan goederen. “Waar mensen vroeger voornamelijk kleinere dingen brachten, zoals huisraad en textiel, is het nu geen uitzondering om aanhangwagens met meubels te zien binnenrijden”, zegt Luc Daelemans, directeur van De Kringwinkel ViTeS (actief in heel Vlaams Brabant met uitzondering van Hageland).
Enkele cijfers: 27.493,56 kg in Dilbeek, 26.625,69 kg in Vilvoorde en 14.229,05 in Halle. Heverlee mocht 900 verschillende brengers verwelkomen sinds de heropening amper twee weken geleden, Dilbeek en Vilvoorde ruim over de 600.
“Hierdoor neemt de werkdruk op onze werknemers aan de brengpunten zelf en in de ateliers enorm toe”, zegt Ingrid De Roo, verantwoordelijke communicatie van Kringwinkel ViTeS. “Het brengen van de goederen op zich verloopt vlot door de speciaal uitgewerkte procedure. Het probleem is dat we niet kunnen volgen met de verwerking van de massale goedereninstroom met stockageproblemen tot gevolg. We hebben geen ruimte meer om de spullen op te slaan en onvoldoende handen om alles klaar te maken om in de winkel aan te bieden. Het is geen optie om de goederen dan maar weg te gooien. Dit staat haaks op onze doelstelling van lokaal hergebruik.”
De Kringwinkel vraagt om alles nog ietsje langer bij te houden tot de situatie terug onder controle is. “We hebben de goederen keihard nodig om onze tewerkstelling te kunnen blijven garanderen. Alleen kunnen we op dit moment de hoeveelheid gewoonweg niet verwerkt krijgen.”
Zolang er geen structurele oplossing worden tijdelijk de openingsuren van de brengpunten aangepast. “Die zijn nu maar open van 13 tot 17.30 uur. We volgen de situatie dagelijks op. Op basis van de evolutie van de cijfers zullen we dan verder bekijken wat we doen. Op die manier hopen we de werking toch wat extra zuurstof te geven.”
