Sciensano volgt voor de overheid de evolutie van de corona-besmetting op. Recent werd het ook het aantal besmettingen per gemeente medegedeeld. De cijfers beschrijven de situatie op 22 april. Het gaat hier uiteraard om het aantal vastgestelde besmettingen. In werkelijkheid kunnen die getallen vele malen hoger zijn. Het cijfer tussen haakjes is de evolutie sinds 18 april.
Aalst 410 (+62)
Asse 130 (+2)
Merchtem 45 (+3)
Opwijk 32 (+4)
Wemmel 26 (+3)
Vilvoorde 180 (+8)
Grimbergen 192 (+7)
Meise 47 (-)
Ninove 164 (+10)
Denderleeuw 83 (+15)
Liedekerke 34 (+1)
Roosdaal 25 (+1)
Affligem 39 (+2)
Dilbeek 135 (+11)
Lennik 22 (+1), vorige keer fout cijfer, was 21 ipv 18
Galmaarden 18 (-)
Pepingen 18 (+2)
Bever 0
Gooik 15 (+2)
Herne 8 (-)
Er is een duidelijke tendens tot stabilisatie, opnieuw is die het sterkst in het Pajottenland. Deze keer ook in Ninove. Enkel Denderleeuw (+15) en Aalst (+62) ontsnappen momenteel nog gedeeltelijk aan de gunstige evolutie. In Grimbergen en Vilvoorde stijgen de cijfers nog lichtjes, zij het minder snel dan de afgelopen week.
Als we bekijken hoeveel besmettingen er zijn in verhouding tot het aantal inwoners dan merken we dat in de centrumsteden Aalst (1 per 212 inwoners), Ninove (1 per 239) en Vilvoorde (1 per 248) iets meer dan 4 personen per duizend inwoners een vastgestelde besmetting hebben.
Aanleunende gemeenten als Grimbergen (1 er 197) en Denderleeuw (1 per 245) volgen die trend. Ook Asse (met het verstedelijkte Zellik) scoort nog vrij hoog met 1 per 251. Bij meer landelijke gemeentes gaat het om 3 of zelfs maar 2 besmettingen per 1000 inwoners.