In de Vlaams-Brabantse dorpjes Meensel-Kiezegem, gelegen in het hartje Hageland, werd van 7 tot 13 augustus de Herdenkingsweek Meensel-Kiezegem ’44 georganiseerd. Op zondag 7 augustus startte de Herdenkingsweek met een serene plechtigheid. Meer dan 50 vaandeldragers, waaronder Ninovieters Sigmond Ghijssels en zijn echtgenote Marie-Therèse Hautman, en 300 gasten uit België, Nederland en Duitsland mochten de organisatoren verwelkomen tijdens de viering, toespraken en bloemenneerlegging. Minister Marghem mocht het lintje doorknippen van de pop-uptentoonstelling “Expo44” die op de eerste dag meer dan 600 bezoekers mocht ontvangen.
Net voor de bevrijding van ons land werd op 30 juli 1944 de collaborateur Gaston Merckx vermoord. Hierop volgden twee razzia’s: op 1 en 11 augustus 1944. Vier mensen werden ter plekke vermoord, 63 inwoners stierven in concentratiekampen, slechts 28 mensen overleefden dit drama. Deze kleine gemeenschap betaalde dus een zware tol. Hierdoor is Meensel-Kiezegem samen met het bloedbad van Oradour-sur-Glane (Frankrijk), de moordpartij en vernieling van Lidice (Tsjechië), de vergeldingsactie en platbranding van Putten (Nederland) de geschiedenis in gegaan als één van de zwaarst getroffen gemeenschappen in Europa tijdens WO II.
Met het organiseren van jaarlijkse herdenkingsplechtigheden wil de Nationale Confederatie van Politieke Gevangenen en rechthebbenden Meensel-Kiezegem ’44 een link leggen tussen actuele oorlogs- en geweldhaarden en de gebeurtenissen die meer dan 70 jaar plaatsvonden.
Op de foto v.l.n.r.: Sigmond Ghijssels, burgemeester Rudi Beeken, federaal minister Marie Christine Marghem en Marie-Therèse Hautman (echtgenote Sigmond Ghijssels)