Negen burgemeesters van de oost- en noordrand van Brussel hebben zich verenigd en een platformtekst uitgewerkt in aanloop naar de Vliegwet die finaal de vliegroutes zal vastleggen van de luchthaven van Zaventem.
Het is de eerste keer dat de oost- en noordrand zich verenigen over partijgrenzen, persoonlijke agenda’s en belangengroepen heen. Op die manier willen ze de leefbaarheid en de tewerkstelling in de Rand veilig stellen.
Het betreft de burgemeesters van Grimbergen, Kortenberg, Machelen, Meise, Tervuren, Vilvoorde, Wemmel, Wezembeek-Oppem en Kraainem met de steun van het provinciebestuur van Vlaams-Brabant. Ze engageren zich naar eigen zeggen om, in het belang van de bevolking, te strijden voor een evenwichtig plan om uit de communautaire impasse te raken.
De partijen engageren zich er ook expliciet toe om hun ‘eerlijk deel’ van de overlast te aanvaarden. Tegelijjk eisen ze dat Brussel zijn ‘No Fly-zone politiek’ stopt die stelt dat er geen enkel vliegtuig meer over het Brussels Gewest vliegt, en dat het meewerkt aan een evenwichtige spreiding van de vluchten.
“Een billijke en evenredige spreiding van de vluchten over alle omliggende regio’s en gemeenten is essentieel voor een gedragen vliegwet”, zegt burgemeester Jan Sporen van Tervuren. “Op die manier is het zeker mogelijk de economische meerwaarde van de luchthaven te verzoenen met de leefbaarheid voor de omwonenden”.
“Een luchthaven waar veilig landen en stijgen in gevaar dreigt te komen, is een luchthaven met een grote handicap. Gezien het belang van de luchthaven voor de werkgelegenheid in en rond Brussel, dient deze fundamentele voorwaarde vervuld te blijven”, zo luidt het nog bij de burgemeesters.
“Maar ook ecologisch en qua leefbaarheid zou een concentratie boven de Rand een ramp zijn, gezien de fijnstofvervuiling exponentieel toeneemt en bepaalde gebieden onbewoonbaar worden door de geluidsoverlast. De Vliegwet is met andere woorden bij uitstek een dossier dat aantoont dat samenwerking over de gewesten en het communautaire heen nodig is wil de regering met een evenwichtig en duurzaam plan komen.”