Toen de gemeente Merchtem uit het project van de OMA-fietsroute (Opwijk-Merchtem-Asse) stapte omdat het de gemeente handen vol geld zou kosten, leek het traject Opwijk-Asse ten dode opgeschreven De Opwijkse schepenen Inez De Coninck (Ruimtelijke Ordening, N-VA) en Johan Deleu (Mobiliteit, N-VA) komen nu met een nieuw plan: een fietsroute die Aalst via Opwijk, Merchtem en Asse met Brussel verbindt.
Vandaag is alleen de fietsverbinding tussen Brussel en Asse erkend als fietssnelweg. Dankzij deze erkenning kan het traject tussen Brussel en Asse rekenen op aanzienlijk meer subsidies van de Vlaamse overheid. Het tracé over Opwijk en Merchtem geniet minder subsidie. Merchtem moest een flinke financiële inspanning doen om het traject van op de grens met Opwijk tot de grens met Asse te realiseren en was daartoe niet bereid.
Inez De Coninck en Johan Deleu gingen dus op zoek naar oplossingen. De Vlaamse overheid wou het traject Opwijk-Asse niet als fietssnelweg erkennen omdat er “te weinig potentiële gebruikers van de fietsverbinding zouden zijn”.
Het voorstel van de beide N-VA schepenen om de route door te trekken tot Aalst ondervangt grotendeels dit bezwaar. En het kost Aalst of Opwijk in principe helemaal niets want de verbinding tussen beide bestaat al: Leirekensroute. “Dat hele traject kan dan integraal erkend worden als fietssnelweg, ten voordele van alle gemeenten langs het traject,” zeggen De Coninck en Deleu in koor.
De gemeente Opwijk heeft nu het concrete initiatief genomen om alle betrokken gemeenten (Asse, Merchtem, Aalst en Opwijk) samen te brengen in een een intergemeentelijke begeleidingscommissie (IGBC). Deze commissie kan dan een gezamenlijk tracé bepalen en daarmee naar de hogere overheid stappen. De Stad Aalst heeft reeds laten weten dat ze het idee ziet zitten.