Pieter Timmermans (geboren in Ninove op 14 juni 1964) uit Roosdaal is gedelegeerd bestuurder van het VBO, het Verbond van Belgische Ondernemingen. Na zijn studies ging hij aan de slag op de studiedienst van het ministerie van Economische Zaken en vervolgens van het ministerie van Financiën. Van 1993 tot 1998 was hij adviseur van Herman Van Rompuy die toen Vice-Premier en Minister van Begroting was. In 1998 werd hij Directeur-Generaal van het VBO. 2012 volgde hij Rudi Thomaes op als gedelegeerd bestuurder. Wij hadden een gesprek met Pieter Timmermans in zijn kantoor in Brussel.
Wie of wat is het VBO?
Het VBO verdedigt de belangen van zo’n 50.000 Belgische bedrijven uit alle delen van het land en alle takken van de economie. Die zijn vertegenwoordigd in zo’n 40 federaties en daarvan is het VBO de overkoepelende organisatie. Samen vertegenwoordigen wij zo’n drie kwart van de tewerkstelling in de private sector en onze bedrijven zijn goed voor 80% van de Belgische export. Onze gesprekspartners zijn op de eerste plaats de overheid en de vakbonden maar wij onderhouden ook contacten met o.m. de academische wereld, ngo’s, onderwijsinstellingen en zo meer. Wij staan voor een sociaal gecorrigeerde markteconomie. De ondernemingen liggen aan de basis van onze welvaart. Gezond ondernemerschap creëert jobs die op hun beurt welvaart scheppen. Eerst moet welvaart geschapen worden, pas daarna kan die verdeeld worden. Ondernemers moeten ondernemen en het is aan de overheid om gezond ondernemen mogelijk te maken.
U leek een blij mens na het lezen van het regeringsprogramma van de kersverse regering?
We zijn tevreden omdat het regeerprogramma de goede richting uitgaat om onze ondernemingen extra zuurstof te geven. De regering zet in op structurele hervormingen die nodig zijn om de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen te garanderen qua welvaart, pensioenen en gezondheidszorg.
Wat zijn de troeven en zwakheden van onze economie?
De groei is te laag. Om onze welvaart op peil te houden is een groei van 2 % nodig, vandaag komen we nog niet aan de helft daarvan. De economie van ons land is een kleine, open economie. We zijn dus erg afhankelijk van onze exportkracht en van de gebeurtenissen op het wereldtoneel. Onze handelsbalans is negatief: wij voeren meer in dan wij uitvoeren. Dit toont aan dat onze ondernemingen niet competitief genoeg zijn omdat onze loonkosten te hoog zijn. Let wel, ik zeg niet dat onze nettolonen te hoog zijn. De kosten bovenop het nettoloon zijn loodzwaar. Willen we opnieuw groei creëren dan moeten wij dat verschil zien te compenseren. Dat kan door efficiënter te gaan werken maar dat alleen zal niet volstaan. De troeven van onze economie zijn professioneel ondernemerschap, goed onderwijs, meertaligheid (uiterst belangrijk gezien de vele internationale instellingen), goed geoliede R&D (onderzoek en ontwikkeling) centra, … Die troeven moeten we blijven koesteren!
België heeft nauwelijks grondstoffen. Verzwakt dat onze economische positie?
Ja en nee. Grondstofreserves zijn eindig. Denk bijvoorbeeld aan de olie. Over pakweg 50 jaar komt daar een einde aan. Daartegenover kunnen wij onze troeven uitspelen, zoals hier net geschetst.Daarnaast hebben we ook een dynamische dienstensector. Ook dat vormt een belangrijk onderdeel van onze economie. Onze geografische ligging, met o.m. een wereldhaven zoals Antwerpen, speelt eveneens een belangrijke rol in.
Het patronaat en de vakbonden staan vaak lijnrecht tegenover mekaar. Hoe zie jij de rol die de vakbonden momenteel spelen?
De vakbonden hebben in het verleden veel positieve dingen gerealiseerd. In een groeiende economie van de Golden Sixties stelde “de eisende vakbond” niet zoveel problemen. Maar sinds de jaren ’70 sputtert de economische motor geregeld. Ik denk dat wij in de 21ste eeuw een ander soort vakbond nodig hebben, zoals je die vandaag al vindt in bv. Nederland en Duitsland. Daar zijn de vakbonden medestanders en geen tegenstanders. Hier zitten we nog in een overgangsfase met vakbonden die al te vaak het status quo verdedigen. De vakbonden moeten zichzelf heruitvinden want onze lokaal verankerde economie heeft zich uitgebreid tot een mondiale economie.
De vakbonden kondigen grote stakingsacties aan. Hoe ziet U dat?
Met de aangekondigde stakingen gaan wij naar een moeilijke periode. De vakbonden spelen een gevaarlijk spel. Een algemene staking heeft nog nooit één extra job gecreëerd. Als zij de regering doen vallen of de economie destabiliseren dan wordt de werkgelegenheid daar het slachtoffer van. Kijk naar het verleden. De grote ‘acties’ van de jaren ’70 hebben geleid tot een devaluatie en drie opeenvolgende indexsprongen. Let op! Ik respecteer het stakingsrecht maar een recht is nooit absoluut. Dat leidt tot een positie waarin men zich onaantastbaar waant – zij hebben immers geen rechtspersoonlijkheid – en een paar mensen het hele land kunnen gijzelen zonder dat ze daarvoor ter verantwoording kunnen geroepen worden. Eerst overleggen en dan pas staken, is veel lonender dan het omgekeerde.
Wat is uw mening over topbedrijven die nauwelijks belasting betalen in ons eigen landje? De kranten pakten onlangs nogmaals uit met een lijstje van die bedrijven.
Vaak wordt alles op een hoop gegooid. Bedrijven die in ons land produceren betalen een vennootschapsbelasting van 20 à 25%, of meer. Maar grote bedrijven hebben vaak een (financieel) coördinatiecentrum in ons land. Dat is een aparte entiteit die alle financiële stromen tussen het bedrijf en haar buitenlandse filialen beheert. Daar wordt an sich niets geproduceerd, er wordt ook weinig vennootschapsbelasting betaald maar er werken wel hoogopgeleide financiële experts waarvoor belangrijke bedragen aan sociale lasten betaald worden. Stellen dat een bedrijf als AB Inbev in België dus geen belastingen betaalt is dus een grove vertekening van de waarheid.
Je was adviseur van Herman Van Rompuy in de periode dat hij minister van begroting was. Hoe zie jij Herman Van Rompuy?
Herman Van Rompuy is een visionair, hij is steevast een paar stappen voor op de anderen en denkt op langere termijn. Bovendien primeert bij hem de inhoud altijd op de vorm. Op 8 december houdt hij zijn eerste speech na het beëindigen van zijn Europees mandaat voor het VBO, het Europacollege en andere partners. We zullen dan een project aankondigen dat jongeren warm maakt voor ondernemerschap in een Europese context. Het siert Van Rompuy dat hij daar zijn schouders wil onder zetten.
Je komt niet uit het bedrijfsleven maar uit een academische carrière. Heb je voldoende voeling met ‘de werkvloer’?
Mijn vader en broer waren zakenmensen. Maar het klopt dat ikzelf nooit een eigen bedrijf heb gehad. Ik heb echter heel veel contacten met het bedrijfsleven onder meer door mijn zeer geregelde bezoeken op de werkvloer. En misschien is het wel een voordeel dat ik niet uit één of andere tak van het bedrijfsleven kom: ik moet de consensus nastreven tussen zeer uiteenlopende bedrijfstakken. Als niet-ondernemer kan ik dus vertrekken vanuit een neutrale positie.
Er wordt vaak beweerd dat de Belgische economie erg kwetsbaar is. Zie jij een scenario als in Griekenland of Spanje mogelijk in ons land?
Neen, onze economie is erg veerkrachtig en dat is o.m. dankzij onze dynamische ondernemers. Wij slagen er in om bedreigingen om te zetten in opportuniteiten. Een situatie als in Griekenland of Spanje zie ik bij ons niet opduiken maar wij mogen niet op onze lauweren rusten. Wij moeten durven structureel te hervormen om onze concurrentiepositie veilig te stellen, om de vergrijzing en de schommelingen op de arbeidsmarkt op te vangen. Het is simpel: wij moeten gewoon ons gezond boerenverstand gebruiken. Wij moeten eerst de koek bakken en die dan verdelen, niet omgekeerd!
Heeft Pieter Timmermans, naast economie, nog andere passies of verborgen talenten?
Verborgen talenten? Ik denk het niet, ik heb geen literair talent als Herman Van Rompuy. Passies wel: Voetbal met RSC Anderlecht en het bijwonen van een goed concert van grote talenten als Bryan Adams, U2, Bruce Springsteen en anderen. En … mijn werk natuurlijk. (Perschef Elin De Vits uit Asse, die het hele gesprek heeft bijgewoond, beaamt dat laatste met een overtuigde hoofdknik)