Na bijna twee jaar renoveren worden dit weekend in het Plantenpaleis van de Nationale Plantentuin twee regenwoudkassen heropend.
In deze nieuwe serres kunnen bezoekers zich onder meer vergapen aan wilde bananenplanten, reuzenkruiden, snelgroeiende parasolbomen en mierenplanten.
Nergens op aarde groeien er zo veel verschillende soorten planten als in het regenwoud. Daarom wil de Plantentuin 5 van de 13 serres van het Plantenpaleis wijden aan dat regenwoud. De eerste twee van die regenwoudkassen zijn nu klaar.
‘In deze serres laten we de planten zien die groeien aan de rand van het regenwoud’, legt plantkundige Koen Es uit. ‘Midden in het regenwoud groeien er niet zo veel planten op de grond omdat weinig zonlicht er de grond bereikt.’
‘Maar aan de rand van het regenwoud is er wél veel zonlicht. En dat zorgt meteen voor een veel dichtere vegetatie. Aan de rand van het regenwoud vinden we onder meer heliconia’s, gemberachtigen, wilde bananenplanten en andere reuzenkruiden. Die laatste kunnen tot tien meter hoog worden.’
Er is ook aandacht voor de bewoners van het regenwoud. ‘In het regenwoud wonen, leven en werken ook mensen. Ze hebben planten nodig om te eten, maar gebruiken planten ook in hun dagelijks leven. Met de zaadjes van de annattoboom bijvoorbeeld, beschilderen de indianen hun lichaam.’
‘Zelfs in het westen worden die zaadjes gebruikt om margarine en kaas een mooie gele kleur te geven. In het tropische moestuintje dat we hebben aangelegd, zie je welke planten en vruchten de regenwoudbewoners telen om van te eten. De bonenboom, de rozenappel en de gele mangostan, bijvoorbeeld.’
Mierenplanten
Mierenplanten zijn dan weer planten die een bijzonder verbond hebben gesloten met mieren.
‘Allebei, zowel de mieren als de plant, halen hun voordeel uit deze samenwerking. Voor de mieren is de plant hun onderdak. Ze maken er kleine kamertjes in en slepen er stukjes bladeren naartoe. Op die bladeren kweken ze schimmels, die ze opeten.’
‘Tegelijk vormen al die stukjes bladeren voedsel voor de plant. Bovendien beschermen de mieren de plant tegen planteneters en soms zelf tegen andere planten.’
De totale oppervlakte van de twee regenwoudkassen bedraagt 821,57 m². In totaal namen de werkzaamheden zo’n twee jaar in beslag. De hele renovatie kostte 294.591,97 euro.
400 verschillende soorten
Nog enkele wetenswaardigheden: ’s nachts bedraagt de temperatuur er zo’n 18 graden, overdag is het er minimum 20 graden, zelfs in de winter. Maar als de zon schijnt, loopt de temperatuur natuurlijk op.
Per dag wordt er meer dan 1.000 liter water gesproeid of meer dan 400.000 liter per jaar. Er staan meer dan 400 verschillende soorten planten.
‘Het kleinste plantje is het ‘kruipend aardliefje’ en wordt maar een paar centimeter groot’, vervolgt Es. ‘De grootste plant is de reuzenbamboe. In de serre groeit hij makkelijk tot tegen het dak, en dat is toch zo’n 8 meter hoog. Maar in de tropen kan hij wel 35 meter worden.’
De Plantentuin bezit overigens de grootste verzameling regenwoudplanten in de Lage Landen. De komende jaren wordt gewerkt aan de renovatie van de drie laatste kassen. Tegen 2018 moet de hele vernieuwing van het Plantenpaleis klaar zijn.