Belgische wetenschappers waaronder Steven Janssens van Plantentuin Meise en Bart Panis van Bioversity International zijn op expeditie naar Australië op zoek naar de genetische voorouder van de eetbanaan en naar andere wilde bananen. Hopelijk kunnen deze helpen om een alternatief te vinden voor de eetbananen die momenteel zeer zwaar onder druk staan van opkomende ziektes. Voor deze expeditie werken ze intensief samen met andere partners.
Klimaatverandering en opkomende plantenziektes en plagen maken het voeden van de groeiende menselijke bevolking steeds uitdagender. Een belangrijk element om deze uitdaging aan te gaan is het gebruik van de genetische diversiteit van wilde verwanten van landbouwgewassen, zo ook bij onze eetbanaan. Binnen deze diversiteit van wilde bananen kunnen er eigenschappen aanwezig zijn die mogelijk bescherming bieden tegen droogte, koude of plagen en ziekten. Zo staan onze Cavendish-eetbananen en vele andere cultuurvariëteiten momenteel zeer zwaar onder druk door opkomende ziektes zoals de Fusarium-schimmel en het Banana-Bunchy-Top-virus (BBTV).
De internationale groep wetenschappers is vorige week in het noorden van Australië aangekomen om in het regenwoud op expeditie te gaan met als doel de voorouder van de eetbanaan in te zamelen en op zoek te gaan naar wilde bananen die hopelijk kunnen helpen om deze problemen op te lossen. Voor deze expeditie werken onze wetenschappers van Plantentuin Meise intensief samen met collega’s uit Australië van de University of Queensland en een wetenschapper van de ITC-genenbank (International Musa Germplasm Transit Centre). ITC is een onderdeel van CGIAR (Consultative Group for International Agricultural Research). Dit is een wereldwijd samenwerkingsverband dat internationale organisaties verenigt die zich bezighouden met onderzoek naar voedselzekerheid.
Steven Janssens, wetenschapper van Plantentuin Meise, legt uit hoe de expeditie zal verlopen: “In het noorden van Australië, aan de kust, bevindt zich een smalle strook tropisch regenwoud en net op die plaats groeit de banksii-banaan. Deze wilde banaan wordt aanzien als één van de belangrijkste voorouders van al onze eetbananen. Tijdens de expeditie streven we ernaar zoveel mogelijk bladmonsters te verzamelen zodat we de genetische diversiteit in kaart kunnen brengen. We concentreren ons verder ook op het inzamelen van zaden die in de zadenbank van Plantentuin Meise voor lange tijd bewaard zullen worden. Naast het inzamelen, laten we deze zaden ook ontkiemen en planten we ze uit, zodat we deze nieuw ingezamelde specimens verder kunnen onderzoeken. Met behulp van de moderne DNA-technieken zullen de genetische gegevens van elk van de individuele soorten en hun populaties ons helpen om meer te weten te komen over de diversiteit van de wilde bananen. Hopelijk leidt dit allemaal tot het ontdekken van interessante droogtetolerante en ziekteresistente wilde specimens.”