In het weekend van 21 en 22 januari organiseert de Koninklijke Fanfare Sint Cecilia in Zellik hun vijftigste pensenkermis. Voorzitter Leonel Bogaert begon de traditie destijds met een biggetje dat hij won tijdens een tombola.
Pensenkermissen blijven voor heel wat verenigingen de manier om de kas te vullen en dat is bij de Koninklijke Fanfare Sint Cecilia in Zellik niet anders. De traditie daar gaat al terug tot 1970 waardoor ze komend weekend, door corona kon het eetfestijn twee jaar niet doorgaan, aan hun vijftigste editie zitten. Huidig voorzitter Leonel Bogaert (76) herinnert zich de eerste editie nog maar al te goed.
“Ik had een biggetje gewonnen bij de tombola van een boogschietmeeting. Maar ik kon daar niets mee aanvangen want ik woonde op een appartement in Zellik. Via een nonkel van mijn echtgenote konden we het kwijt bij een varkenskweker. Tot de toenmalige voorzitter Jozef Wenes mij kwam vragen of we het niet konden opkweken voor een pensenkermis, want op dat moment zat de fanfare krap bij kas.”
Zo gezegd, zo gedaan. Twee weken voor de eerste pensenkermis werd het slachtrijpe varken naar een verblijfplaats naast de feestzaal gebracht. “Gedurende twee weken bracht iedere muzikant zijn huishoudelijk afval mee voor het beestje. Daags voor de slachting brak het beestje nog los richting het kolenkot”, herinnert Leonel zich nog. Op de houten dansvloer van het lokaal werd het varken in pensen verwerkt.
De ochtend voor het tweedaagse eetfestijn verzamelden muzikanten, bestuursleden en hun echtgenoten om kilo’s ajuin en soepgroenten te snijden, honderden aardappelen te schillen en kilo’s gehakt tot kleine balletjes te rollen. “Zelfs de mayonaise maakten we zelf en Jetteke zorgde voor de speciale schotel. Een recept dat nog steeds een geheim is van de fanfare. De onlangs overleden Julien Herzeel maakte zelfs een hulpkeuken uit latten en plastiek.”
De eerste pensenkermis werd een groot succes en nieuwe traditie van de fanfare die in 1833 werd opgericht, was geboren. “Op een gegeven ogenblik hadden we dertig kilo gehakt voor de ballekes, 22 liter olie voor de mayonaise en tachtig kilo wortelen nodig. Nu nog hebben we meer dan zeshonderd eters gespreid over twee dagen. Speciaal voor ons eetfestijn brouwden we zelfs een straf, eigen bier: het Fado’ke”, is Leonel fier.
Het eetfestijn is voor de mensen van de fanfare altijd zwaar werken al wordt er nadien vaak nog tot in de ochtend met de kaart gespeeld. “Al worden de groenten de laatste jaren niet meer allemaal zelf gesneden”, is Leonel eerlijk. “Dat zou te veel werk zijn nu we steeds minder leden tellen. Maar dit jaar gaan we wel pensen hebben van een nieuwe leverancier. En ook onze alombekende speciale schotel blijft op de menukaart staan. Ik kijk nu al uit naar ons vijftigste eetfestijn en wil de medewerkers van vroeger en nu hartelijk danken.”
De pensenkermis van de fanfare vindt plaats op zaterdag 21 januari (18-22 uur) en zondag 22 januari (12-16 uur) in zaal Den Horinck in Zellik.