Het OCMW van Merchtem trekt de lijn strakker: anderstaligen die geen moeite doen om Nederlands te leren, verliezen hun recht op sociale steun. Volgens schepen van Sociale Zaken en Integratie Reinhoud De Bosscher (N-VA) is het tijd voor duidelijkheid. “Wie hulp vraagt, moet ook zelf verantwoordelijkheid opnemen,” aldus De Bosscher.
Vanaf nu zal het volgen van Nederlandse taallessen een voorwaarde zijn voor wie een leefloon of maatschappelijke dienstverlening aanvraagt. “We passen hiermee concreet toe wat al in de rechtsleer en rechtspraak bestaat,” zegt De Bosscher. “Het uitgangspunt is dat wie steun vraagt, ook werkbereid moet zijn. De voornaamste reden waarom dat vaak misloopt, is een gebrek aan initiatief om Nederlands te leren.”
De Bosscher noemt het nieuwe beleid een “duidelijk signaal”: “Wie zich afsluit van onze taal, sluit zich af van onze samenleving en arbeidsmarkt. Daar kunnen we niet blind voor blijven. Nederlands leren is geen straf, maar een kans. Concreet verwachten we een consequente aanwezigheid in de lessen Nederlands en een actieve deelname bij de gemeentelijke conversatietafels.” Het is overigens opvallend dat de interesse daarvoor ondertussen fel toegenomen is!
De maatregel geldt niet voor mensen die om gezondheids- of billijkheidsredenen niet kunnen deelnemen aan lessen of trajecten. Maar wie wél in staat is en weigert actie te ondernemen, kan niet langer rekenen op hulp.
Volgens De Bosscher is het geen kwestie van mensen uitsluiten. “We willen net aanmoedigen. Er zijn heel wat anderstaligen die wél inspanningen leveren. Maar wie gewoon blijft weigeren, kan niet verwachten dat de samenleving alles blijft geven zonder inspanning terug te krijgen.” (eb)
