Een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van het religieus patrimonium in Grimbergen. Zo omschrijft pastoor Johan Goossens de zopas voorgestelde langetermijnvisie voor de zes parochiekerken en de basiliek. βDit toekomstbeeld moet een inspiratie zijn om verder na te denken over ons religieus patrimonium.β
Onder impuls van de Vlaamse overheid stelde het centraal kerkbestuur van Grimbergen enkele jaren terug een kerkenbeleidsplan op. Deze visie bevatte onder meer de waarde en toestand van het kerkgebouw, de omgeving waarin het zich bevindt, het actueel gebruik en de functie ervan en – in geval van neven-, mede- of herbestemming β de belangstelling van andere actoren. Als stimulans koppelde de minister de verhoogde erfgoedpremie van 60% aan het opstellen van een kerkenbeleidsplan.
βIn het participatietraject dat we eraan verbonden, vertrokken we vanuit de βbezielingβ van de mensen in de gemeenschap rond de kerken en de ziel van de plekβ, vertelt Goossens. βDie ziel huist in de gebouwen, in de herinneringen en verhalen, maar ook op de plek rond het patrimonium. Vele mensen hebben kunnen bijdragen aan het βtoekomstbeeldβ. Dat is geen beslissingsdocument is, wel een inspiratiebundel met ideeΓ«n en dromen rond de toekomst van het religieus patrimonium.β
Op woensdagavond 23 oktober presenteerde pastoor Johan en het centraal kerkbestuur het toekomstbeeld aan de gemeenschappen van Grimbergen in de abdij. βHet was ook een moment om onmiddellijk aan de slag te gaan. Per gemeenschap konden mensen nadenken over de toekomst van hun kerk. Wat zijn mogelijke activiteiten naast de erediensten? Welke kansen zie je vanuit de gemeenschap?β
βWe willen vertrekken vanuit draagkracht bij de brede gemeenschap voor we effectief aan de slag gaan met de kerken in Grimbergen. We willen naast de vele vrijwilligers uit de kerkfabrieken, parochianen uit de gemeenschappen van gelovigen, religieuzen en het gemeentebestuur ook luisteren naar βiedereenβ die een connectie heeft met hun kerk. De volgende stappen worden genomen met de verschillende kerkfabrieken en ook zal men pastoraal betrokken worden in het vervolgtraject.β