Na ongeveer 13 jaar is de restauratie van de Sint-Jan-de-Doper kerk in Ossel afgerond. Goeiedag kreeg een rondleiding van Jean-Pierre Stalmans, voorzitter van de ‘kerkfebriek’, die het dossier nauwlettend heeft opgevolgd en David De Valck, schepen van kerkraden.
In 2007 werd het dossier opgestart. Het kerkje, dat reeds in 947 zou hebben bestaan als een houten toren, werd grondig onderzocht. Daarbij werd vastgesteld dat er heel wat scheuren in de muren en zoldering waren maar ook dat er middeleeuwse fresco’s stonden op de kruisbogen van de apsis (boven het huidige altaar). Die fresco’s restaureren zou te duur uitvallen. Toch is nog een deel van de oorspronkelijke beschildering behouden.
Vervolgens werd eerst de buitenkant van de kerk en de kerkhofmuur gerestaureerd. Tegelijk werd de nieuwe verwarmingsbuizen met aardgas aan de buitenzijde van de kerkmuren gelegd. Daarna was het de beurt aan het binnenwerk. Er werden speciale trekbeugels aangebracht om verder scheuren van plafond en muren te verhinderen.
De houten lambrisering werd gerestaureerd en vernieuwd. Ook de altaren kregen een opfrisbeurt. Er kwam nieuwe verwarming en ook de elektriciteit werd volledig vernieuwd. Alle nutsvoorzieningen werden ondergebracht in een technische ruimte. De kerk kreeg een anti-diefstal systeem en brandalarm. Ook de kerkzolder werd onder handen genomen. De koepelvormige gewelven uit baksteen werden verstevigd door een cementlaag. Tenslotte werd ook het schilderwerk in de kerk volledig vernieuwd.
“We zouden graag een viering hebben georganiseerd op 28 juni, de dag van onze patroonheilige Sint-Jan-de-Doper,” zegt Jean-Pierre Stalmans. “Maar door de coronacrisis moeten we dat uitstellen tot 13 september. Maar er is ook al een doop aangevraagd voor januari van volgend jaar”.
“Met deze, grondige, restauratie kan de kerk van Ossel er weer voor een hele tijd tegen,” zegt schepen David De Valck. “We werken stilaan ons programma van restauraties af, nu is Brussegem nog aan de beurt”.
De kerk van Ossel speelde in de middeleeuwen een belangrijke rol als moederparochie. In 1632 werden het dak en de gewelven grondig vernieuwd en in 1779 werden de zijbeuken en de sacristie eraan toegevoegd. Beide data zijn vermeld op het plafond van de kerk.